Dutch
Detailed Translations for heilig from Dutch to English
heilig:
-
heilig (gewijd)
-
heilig (verheerlijkt; glorierijk; zalig)
illustrious; blessed; renowned; glorious; divine-
illustrious adj
-
blessed adj
-
renowned adj
-
glorious adj
-
divine adj
-
Translation Matrix for heilig:
Related Words for "heilig":
Related Definitions for "heilig":
heilig form of heiligen:
Conjugations for heiligen:
o.t.t.
- heilig
- heiligt
- heiligt
- heiligen
- heiligen
- heiligen
o.v.t.
- heiligde
- heiligde
- heiligde
- heiligden
- heiligden
- heiligden
v.t.t.
- heb geheiligd
- hebt geheiligd
- heeft geheiligd
- hebben geheiligd
- hebben geheiligd
- hebben geheiligd
v.v.t.
- had geheiligd
- had geheiligd
- had geheiligd
- hadden geheiligd
- hadden geheiligd
- hadden geheiligd
o.t.t.t.
- zal heiligen
- zult heiligen
- zal heiligen
- zullen heiligen
- zullen heiligen
- zullen heiligen
o.v.t.t.
- zou heiligen
- zou heiligen
- zou heiligen
- zouden heiligen
- zouden heiligen
- zouden heiligen
en verder
- ben geheiligd
- bent geheiligd
- is geheiligd
- zijn geheiligd
- zijn geheiligd
- zijn geheiligd
diversen
- heilig!
- heiligt!
- geheiligd
- heiligend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Translation Matrix for heiligen:
Verb | Related Translations | Other Translations |
bless | heiligen; inwijden; inzegenen; wijden; zegenen | |
consecrate | heiligen; inwijden; inzegenen; wijden; zegenen | |
sanctify | heiligen; inwijden; inzegenen; wijden; zegenen |
Wiktionary Translations for heiligen:
heiligen
verb
-
to sanctify
-
to make holy