Summary
Dutch to English:   more detail...
  1. het verliezen:


Dutch

Detailed Translations for het verliezen from Dutch to English

het verliezen:

het verliezen [znw.] nom

  1. het verliezen (verlies)
    the loss; the demerit; the bereavement; the disadvantage; the suffering; the contra

Translation Matrix for het verliezen:

NounRelated TranslationsOther Translations
bereavement het verliezen; verlies
contra het verliezen; verlies
demerit het verliezen; verlies
disadvantage het verliezen; verlies debacle; keerzijde; nadeel; ondergang; schade; schaduwzijde; teloorgang; tenondergang; val; verlies
loss het verliezen; verlies afbreuk; beschadiging; nadeel; schade; schadepost; tekort; verlies; verliespost; verliezen
suffering het verliezen; verlies lijden
AdjectiveRelated TranslationsOther Translations
suffering lijdend
ModifierRelated TranslationsOther Translations
contra contra; tegen; versus
disadvantage nadele

Related Translations for het verliezen