Home ->Dictionaries ->Dutch/English ->Translate hoerenjong

Translate hoerenjong from Dutch to English

Summary

Dutch to English: more detail...

hoerenjong:
- scoundrel; cunt; scamp; bastard; cad
Wiktionary:
- hoerenjong → son of a bitch, bastard, son of a whore

Dutch

Detailed Translations for hoerenjong from Dutch to English

hoerenjong:

hoerenjong [het ~] nom

het hoerenjong (kuttenkop; pleurislijder; pleurislijer; smeerlap; klootzak; schoft; loeder; ploert)
the scoundrel; the cunt; the scamp; the bastard; the cad
- scoundrel [the ~] nom
- cunt [the ~] nom !
- scamp [the ~] nom
- bastard [the ~] nom !
- cad [the ~] nom

Translation Matrix for hoerenjong:

Noun	Related Translations	Other Translations
bastard	hoerenjong; klootzak; kuttenkop; loeder; pleurislijder; pleurislijer; ploert; schoft; smeerlap	bastaard; boef; buitenechtelijk kind; eikel; ellendeling; fielt; hond; hork; kaffer; kinkel; klier; klootzak; kreng; lomperd; lul; mispunt; oetlul; proleet; rotvent; schobbejak; schoelje; schoft; schurk; smeerlap; snertvent; stuk ongeluk; vlegel
cad	hoerenjong; klootzak; kuttenkop; loeder; pleurislijder; pleurislijer; ploert; schoft; smeerlap	boef; fielt; schobbejak; schurk
cunt	hoerenjong; klootzak; kuttenkop; loeder; pleurislijder; pleurislijer; ploert; schoft; smeerlap	kut
scamp	hoerenjong; klootzak; kuttenkop; loeder; pleurislijder; pleurislijer; ploert; schoft; smeerlap	jongen; rakker
scoundrel	hoerenjong; klootzak; kuttenkop; loeder; pleurislijder; pleurislijer; ploert; schoft; smeerlap	bengel; blaag; boef; boefje; deugniet; eikel; ellendeling; etter; etterbak; fielt; galbak; galgenbrok; galgentronie; hond; hondsvot; kaffer; klier; klootzak; kreng; kwajongen; lul; mispunt; naarling; ondeugd; rotvent; rotzak; schavuit; schelm; schobbejak; schoelje; schoft; schurk; smeerlap; smiecht; smiek; snaak; snertvent; spitsboef; stinkerd; stuk ongeluk; vlegel

Related Words for "hoerenjong":

hoerenjongen

Wiktionary Translations for hoerenjong:

hoerenjong

noun

ellendeling
- hoerenjong → son of a bitch

hoerenjong

noun

contemptible etc. person
- bastard → bastaard; hoerenjong
objectionable person
- son of a whore → hoerenjong