Summary
Dutch to English:   more detail...
  1. hoogtijdagen:
  2. hoogtijdag:
  3. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for hoogtijdagen from Dutch to English

hoogtijdagen:

hoogtijdagen [de ~] nom, pluriel

  1. de hoogtijdagen (glorietijd; bloeitijd; hoogtij; glansperiode)
    the heydays; the heyday; the high days; the glory days; the prosperous time; the golden age

Translation Matrix for hoogtijdagen:

NounRelated TranslationsOther Translations
glory days bloeitijd; glansperiode; glorietijd; hoogtij; hoogtijdagen
golden age bloeitijd; glansperiode; glorietijd; hoogtij; hoogtijdagen
heyday bloeitijd; glansperiode; glorietijd; hoogtij; hoogtijdagen hoogtijdag
heydays bloeitijd; glansperiode; glorietijd; hoogtij; hoogtijdagen
high days bloeitijd; glansperiode; glorietijd; hoogtij; hoogtijdagen
prosperous time bloeitijd; glansperiode; glorietijd; hoogtij; hoogtijdagen

Related Words for "hoogtijdagen":


Wiktionary Translations for hoogtijdagen:

hoogtijdagen
noun
  1. a period of success, popularity or power

hoogtijdagen form of hoogtijdag:

hoogtijdag [de ~ (m)] nom

  1. de hoogtijdag
    the feast day; the heyday; the high day

Translation Matrix for hoogtijdag:

NounRelated TranslationsOther Translations
feast day hoogtijdag
heyday hoogtijdag bloeitijd; glansperiode; glorietijd; hoogtij; hoogtijdagen
high day hoogtijdag

Related Words for "hoogtijdag":