Dutch

Detailed Translations for houding from Dutch to English

houding:

houding [de ~ (v)] nom

  1. de houding (stellingname; standpuntbepaling; standpunt; )
    the attitude; the position; the stand
  2. de houding (gedrag; besturing; leiding; rijrichting; plan)
    the quotation; the stock price; the rate
    the value
    – the amount (of money or goods or services) that is considered to be a fair equivalent for something else 1
    • value [the ~] nom
      • he tried to estimate the value of the produce at normal prices1
    the price
    – The market value or exchange value of a product. 2
  3. de houding (lichaamshouding; standje; stand; pose)
    the posture
  4. de houding (mentaliteit; instelling)
    the mentality; the state of mind

Translation Matrix for houding:

NounRelated TranslationsOther Translations
attitude bewering; houding; positie; standpunt; standpuntbepaling; stellingname; thema denkbeeld; gezichtspunt; idee; interpretatie; inzicht; lezing; mening; oordeel; opinie; opvatting; positie; stand van het lichaam; standpunt; visie; zienswijze
mentality houding; instelling; mentaliteit afstelling; geesteshouding; geestestoestand; instelling; scherpstelling
position bewering; houding; positie; standpunt; standpuntbepaling; stellingname; thema ambt; arrangement; baan; betrekking; dienstbetrekking; functie; gesteldheid; gezichtshoek; gezichtspunt; indeling; invalshoek; job; klasse; ligging; maatschappelijke klasse; oogpunt; opstelling; orde; ordening; perspectief; positie; rang; rangschikking; schikking; slag; staat; stand; stand van het lichaam; standpunt; toestand; zienswijs
posture houding; lichaamshouding; pose; stand; standje figuur; gedaante; gestalte; postuur; vorm
price besturing; gedrag; houding; leiding; plan; rijrichting prijs
quotation besturing; gedrag; houding; leiding; plan; rijrichting aanhaling; citaat; notering; offerte; prijskaartje; prijsopgave
rate besturing; gedrag; houding; leiding; plan; rijrichting herleidingskoers; koers; tarief; valuta; wisselkoers
stand bewering; houding; positie; standpunt; standpuntbepaling; stellingname; thema denkbeeld; driepoot; getuigenbank; gezichtspunt; idee; interpretatie; inzicht; kraam; kraampje; lezing; mat; matje; mening; onderlegger; onderstel; onderzetter; oordeel; opinie; opvatting; placemat; poot; sokkel; staander; stalletje; stand; stand op jaarbeurs; standpunt; tafelmatje; visie; voet; voetstuk; zienswijze; zuilvoet
state of mind houding; instelling; mentaliteit bui; geestesgesteldheid; geesteshouding; geestestoestand; gemoedsgesteldheid; gemoedsstemming; gemoedstoestand; humeur; psychische toestand; stemming
stock price besturing; gedrag; houding; leiding; plan; rijrichting
value besturing; gedrag; houding; leiding; plan; rijrichting belang; betekenis; herleidingskoers; koers; nut; valuta; waarde; wisselkoers; zin
- attitude
VerbRelated TranslationsOther Translations
position plaatsen; positioneren; zetten
price prijzen; van een prijs voorzien
rate aanslaan; taxeren
stand doorleven; doorstaan; dragen; dulden; harden; staan; uithouden; uitzingen; velen; verdragen; verduren; verteren; volhouden
value becijferen; berekenen; calculeren; uitrekenen; uitwerken

Related Words for "houding":


Synonyms for "houding":

  • attitude

Related Definitions for "houding":

  1. hoe je tegenover iemand of iets staat3
    • zijn houding tegenover de kinderen bevalt me niet3
  2. de stand van je lichaam3
    • hij heeft een slechte houding, hij loopt krom3

Wiktionary Translations for houding:

houding
noun
  1. een pose
  2. gedragslijn, opstelling
houding
noun
  1. Behavior; conduct; bearing; demeanor.
  2. -
  3. position of the body or way of carrying oneself
  4. disposition or state of mind
  5. position of body
  6. manner, posture, or pose in which one stands
adjective
  1. relating to posture

Cross Translation:
FromToVia
houding attitude; opinion StellungAnsicht, Auffassung, Meinung
houding attitude; position; stance attitudesituation, position du corps.
houding position; locus; posture; situation; stand; attitude positionsituation dans une structure, place dans un ensemble de coordonnées ; lieu, point où une chose place, situation.
houding conduct; behaviour; behavior; deportment; procedure; process; technique procédéconduite, manière d’agir d’une personne envers une autre.
houding custody; holding; storage; reign; rule; governance; regulation; ruling; ascendancy; ascendance; attendance tenue — Traductions à trier suivant le sens.