Summary
Dutch to English:   more detail...
  1. hulde:
  2. hullen:
  3. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for hulde from Dutch to English

hulde:

hulde [de ~ (v)] nom

  1. de hulde (verering; eer)
    the honouring; the homage; the tribute; the toast; the inauguration

Translation Matrix for hulde:

NounRelated TranslationsOther Translations
homage eer; hulde; verering
honouring eer; hulde; verering eerbetoon; huldebetoon; huldiging
inauguration eer; hulde; verering inauguratie; inhuldiging; initiatie; inwijding; inwijdingsplechtigheid; inzegening; inzegeningsplechtigheid; openingsplechtigheid; start; wijdingsdienst
toast eer; hulde; verering geroosterd brood; heildronk; toast; toost; toostbrood
tribute eer; hulde; verering buiging; eerbetoon; huldeblijk
VerbRelated TranslationsOther Translations
toast proosten

Wiktionary Translations for hulde:

hulde
noun
  1. eerbetoon
hulde
noun
  1. demonstration of respect

Cross Translation:
FromToVia
hulde honour; honor; accolade honneursentiment d’une dignité morale, estimer plus haut que tous les biens, et qui porter certaines personnes à des actions loyales, nobles et courageux.

hullen:

hullen verbe (hul, hult, hulde, hulden, gehuld)

  1. hullen (verhullen; maskeren; omhullen; )
    to conceal; to mask; to cover; to mantle; to camouflage; to blur; to wrap; to envelop; to veil; to shroud; to swathe
    • conceal verbe (conceals, concealed, concealing)
    • mask verbe (masks, masked, masking)
    • cover verbe (covers, covered, covering)
    • mantle verbe (mantles, mantled, mantling)
    • camouflage verbe (camouflages, camouflaged, camouflaging)
    • blur verbe (blurs, blurred, blurring)
    • wrap verbe (wraps, wrapped, wrapping)
    • envelop verbe (envelops, enveloped, enveloping)
    • veil verbe (veils, veiled, veiling)
    • shroud verbe (shrouds, shrouded, shrouding)
    • swathe verbe (swathes, swathed, swathing)

Conjugations for hullen:

o.t.t.
  1. hul
  2. hult
  3. hult
  4. hullen
  5. hullen
  6. hullen
o.v.t.
  1. hulde
  2. hulde
  3. hulde
  4. hulden
  5. hulden
  6. hulden
v.t.t.
  1. heb gehuld
  2. hebt gehuld
  3. heeft gehuld
  4. hebben gehuld
  5. hebben gehuld
  6. hebben gehuld
v.v.t.
  1. had gehuld
  2. had gehuld
  3. had gehuld
  4. hadden gehuld
  5. hadden gehuld
  6. hadden gehuld
o.t.t.t.
  1. zal hullen
  2. zult hullen
  3. zal hullen
  4. zullen hullen
  5. zullen hullen
  6. zullen hullen
o.v.t.t.
  1. zou hullen
  2. zou hullen
  3. zou hullen
  4. zouden hullen
  5. zouden hullen
  6. zouden hullen
en verder
  1. ben gehuld
  2. bent gehuld
  3. is gehuld
  4. zijn gehuld
  5. zijn gehuld
  6. zijn gehuld
diversen
  1. hul!
  2. hult!
  3. gehuld
  4. hullend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for hullen:

NounRelated TranslationsOther Translations
camouflage camouflage; versluiering
cover afdekkap; beddedeken; beddekleedje; bedekking; bescherming; boekomslag; buitenkant; couvert; dak; dek; deken; dekking; dekmantel; deksel; enveloppe; etui; hoes; huls; kaft; kap; koepel; koker; l.p.hoes; lid; omhulsel; omkleedsel; omslag; omwindsel; overdekking; overkapping; overtrek; pennendoosje; pennenkoker; platenhoes; protectie; verpakking; wikkel
mask gezichtsmasker; masker; mom; mombakkes
shroud doodskleed; lijkdoek; lijkkleed; lijkwade
swathe verband; zwachtel; zwachteling
veil sluier; voile
wrap das; halsdoek; omslagdoek; shawl; sjaal; wrap
VerbRelated TranslationsOther Translations
blur bedekken; bemantelen; hullen; inhullen; maskeren; omhullen; verhullen; versluieren achterhouden; bedoezelen; bemantelen; camoufleren; in omgeving op laten gaan; verbergen; verduisteren; verheimelijken; verhullen; versluieren; verstoppen; wegstoppen
camouflage bedekken; bemantelen; hullen; inhullen; maskeren; omhullen; verhullen; versluieren verbloemen
conceal bedekken; bemantelen; hullen; inhullen; maskeren; omhullen; verhullen; versluieren achterhouden; bemantelen; camoufleren; in omgeving op laten gaan; verbergen; verduisteren; verheimelijken; verhelen; verhullen; versluieren; verstoppen; verzwijgen; wegstoppen
cover bedekken; bemantelen; hullen; inhullen; maskeren; omhullen; verhullen; versluieren afdekken; afleggen; afschermen; afschutten; bedekken; bekleden; beschermen; beschrijven; beschutten; bijsluiten; bijvoegen; dekken; indekken; insluiten; kaften; mededelen; meters maken; overdekken; overkappen; overkoepelen; overtrekken; overwelven; stofferen; toevoegen; uiteenzetten; van bekleding voorzien; verhalen; vertellen; zeggen
envelop bedekken; bemantelen; hullen; inhullen; maskeren; omhullen; verhullen; versluieren
mantle bedekken; bemantelen; hullen; inhullen; maskeren; omhullen; verhullen; versluieren achterhouden; bemantelen; camoufleren; in omgeving op laten gaan; verbergen; verduisteren; verheimelijken; verhullen; versluieren; verstoppen
mask bedekken; bemantelen; hullen; inhullen; maskeren; omhullen; verhullen; versluieren
shroud bedekken; bemantelen; hullen; inhullen; maskeren; omhullen; verhullen; versluieren
swathe bedekken; bemantelen; hullen; inhullen; maskeren; omhullen; verhullen; versluieren zwachtelen
veil bedekken; bemantelen; hullen; inhullen; maskeren; omhullen; verhullen; versluieren achterhouden; bemantelen; camoufleren; in omgeving op laten gaan; verbergen; verbloemen; verduisteren; verheimelijken; verhullen; versluieren; verstoppen
wrap bedekken; bemantelen; hullen; inhullen; maskeren; omhullen; verhullen; versluieren emballeren; inpakken; inwikkelen; verpakken

Wiktionary Translations for hullen:

hullen
verb
  1. refl|nld zich ~ in zich trachten te verbergen in iets

Related Translations for hulde