Dutch
Detailed Translations for hulpbehoevendheid from Dutch to English
hulpbehoevendheid:
-
de hulpbehoevendheid (nood)
-
de hulpbehoevendheid (behoeftigheid)
Translation Matrix for hulpbehoevendheid:
Noun | Related Translations | Other Translations |
destitution | behoeftigheid; hulpbehoevendheid | armoede; behoeftigheid; ellende; gebrek; malheur; moeilijkheden; nood; noodlijdendheid; noodwendigheid; ongeluk; onheil; onspoed; pech; ramp; rampspoed; tegenslag; tegenspoed; terugslag |
helplessness | hulpbehoevendheid; nood | hulpeloosheid |
need | behoeftigheid; hulpbehoevendheid; nood | armoede; behoeftigheid; ellende; gebrek; nood; noodwendigheid |
neediness | behoeftigheid; hulpbehoevendheid | |
Verb | Related Translations | Other Translations |
need | behoeven; believen; benodigen; hoeven; moeten; nodig hebben; willen |
Related Words for "hulpbehoevendheid":
hulpbehoevendheid form of hulpbehoevend:
-
hulpbehoevend
Translation Matrix for hulpbehoevend:
Adjective | Related Translations | Other Translations |
needy | hulpbehoevend | arm; armelijk; armetierig; armoedig; behoeftig; berooid; hulpvragend; hulpzoekend; kommerlijk; minvermogend; noodlijdend; onvermogend; pover; steunzoekend |
Modifier | Related Translations | Other Translations |
in need of help | hulpbehoevend | hulpvragend; hulpzoekend; steunzoekend |
requiring help | hulpbehoevend | hulpvragend; hulpzoekend; steunzoekend |