Dutch
Detailed Translations for iets uitstralen from Dutch to English
iets uitstralen:
-
iets uitstralen (stralen)
Translation Matrix for iets uitstralen:
Noun | Related Translations | Other Translations |
beam | balk; dwarsbalk; dwarshout; juk; kruishout; ritshout; straal; straalbundel; stralenbundel | |
radiate | licht verspreiden; schijnen | |
shine | flakkering; flikkering; fonkeling; geflikker; gefonkel; glans; glanzen; glimmen; glinstering; gloed; licht verspreiden; schijn; schijnen; schijnsel; schittering; straling | |
Verb | Related Translations | Other Translations |
beam | iets uitstralen; stralen | blaken; flikkeren; fonkelen; glanzen; glunderen; licht uitzenden; overzenden; schijnen; sprankelen; stralen; twinkelen |
radiate | iets uitstralen; stralen | blaken; flikkeren; fonkelen; glanzen; glunderen; licht uitzenden; schijnen; sprankelen; stralen; straling uitzenden; twinkelen |
shine | iets uitstralen; stralen | beschijnen; blaken; flikkeren; fonkelen; glanzen; glimmen; glinsteren; glunderen; licht geven; licht schijnen; licht uitzenden; schijnen; schitteren; sprankelen; stralen; twinkelen; verlichten |