Summary
Dutch to English:   more detail...
  1. in ontvangst nemen:


Dutch

Detailed Translations for in ontvangst nemen from Dutch to English

in ontvangst nemen:

in ontvangst nemen verbe (neem in ontvangst, neemt in ontvangst, nam in ontvangst, namen in ontvangst, in ontvangst genomen)

  1. in ontvangst nemen (ontvangen; krijgen; opstrijken)
    to receive
    • receive verbe (receives, received, receiving)
  2. in ontvangst nemen (ontvangen; accepteren; aannemen; aanvaarden)
    to receive; to accept; to collect
    • receive verbe (receives, received, receiving)
    • accept verbe (accepts, accepted, accepting)
    • collect verbe (collects, collected, collecting)

Conjugations for in ontvangst nemen:

o.t.t.
  1. neem in ontvangst
  2. neemt in ontvangst
  3. neemt in ontvangst
  4. nemen in ontvangst
  5. nemen in ontvangst
  6. nemen in ontvangst
o.v.t.
  1. nam in ontvangst
  2. nam in ontvangst
  3. nam in ontvangst
  4. namen in ontvangst
  5. namen in ontvangst
  6. namen in ontvangst
v.t.t.
  1. heb in ontvangst genomen
  2. hebt in ontvangst genomen
  3. heeft in ontvangst genomen
  4. hebben in ontvangst genomen
  5. hebben in ontvangst genomen
  6. hebben in ontvangst genomen
v.v.t.
  1. had in ontvangst genomen
  2. had in ontvangst genomen
  3. had in ontvangst genomen
  4. hadden in ontvangst genomen
  5. hadden in ontvangst genomen
  6. hadden in ontvangst genomen
o.t.t.t.
  1. zal in ontvangst nemen
  2. zult in ontvangst nemen
  3. zal in ontvangst nemen
  4. zullen in ontvangst nemen
  5. zullen in ontvangst nemen
  6. zullen in ontvangst nemen
o.v.t.t.
  1. zou in ontvangst nemen
  2. zou in ontvangst nemen
  3. zou in ontvangst nemen
  4. zouden in ontvangst nemen
  5. zouden in ontvangst nemen
  6. zouden in ontvangst nemen
en verder
  1. is in ontvangst genomen
  2. zijn in ontvangst genomen
diversen
  1. neem in ontvangst!
  2. neemt in ontvangst!
  3. in ontvangst genomen
  4. in ontvangst nemend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for in ontvangst nemen:

NounRelated TranslationsOther Translations
accept accepteren
VerbRelated TranslationsOther Translations
accept aannemen; aanvaarden; accepteren; in ontvangst nemen; ontvangen aannemen; aanvaarden; accepteren; billijken; cadeau aannemen; goed vinden; goedkeuren; toestaan; toestemmen; voor lief nemen; zich laten gevallen
collect aannemen; aanvaarden; accepteren; in ontvangst nemen; ontvangen afhalen; afhalen en meenemen; afnemen; bijeenzamelen; bijeenzoeken; iets ophalen; inwinnen; inzamelen; kennis opdoen; leren; meekrijgen; meenemen; meepikken; oogsten; opeenhopen; ophalen; oppakken; oppikken; oppotten; oprapen; opsnappen; opsteken; plukken; sparen; trachten te krijgen; verenigen; vergaren; verzamelen; weghalen; wegnemen
receive aannemen; aanvaarden; accepteren; in ontvangst nemen; krijgen; ontvangen; opstrijken aanpakken; aanvatten; afvangen; kennis opdoen; leren; meekrijgen; meepikken; onderscheppen; ondervangen; onderweg opvangen; onverlangd krijgen; opdoen; oplopen; oppikken; opsteken; opvangen

Related Translations for in ontvangst nemen