Summary
Dutch to English:   more detail...
  1. in werking treden:


Dutch

Detailed Translations for in werking treden from Dutch to English

in werking treden:

in werking treden verbe (treed in werking, treedt in werking, trad in werking, traden in werking, in werking getreden)

  1. in werking treden
    to start to work
    • start to work verbe (starts to work, started to work, starting to work)

Conjugations for in werking treden:

o.t.t.
  1. treed in werking
  2. treedt in werking
  3. treedt in werking
  4. treden in werking
  5. treden in werking
  6. treden in werking
o.v.t.
  1. trad in werking
  2. trad in werking
  3. trad in werking
  4. traden in werking
  5. traden in werking
  6. traden in werking
v.t.t.
  1. ben in werking getreden
  2. bent in werking getreden
  3. is in werking getreden
  4. zijn in werking getreden
  5. zijn in werking getreden
  6. zijn in werking getreden
v.v.t.
  1. was in werking getreden
  2. was in werking getreden
  3. was in werking getreden
  4. waren in werking getreden
  5. waren in werking getreden
  6. waren in werking getreden
o.t.t.t.
  1. zal in werking treden
  2. zult in werking treden
  3. zal in werking treden
  4. zullen in werking treden
  5. zullen in werking treden
  6. zullen in werking treden
o.v.t.t.
  1. zou in werking treden
  2. zou in werking treden
  3. zou in werking treden
  4. zouden in werking treden
  5. zouden in werking treden
  6. zouden in werking treden
diversen
  1. treed in werking!
  2. treedt in werking!
  3. in werking getreden
  4. in werking tredend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for in werking treden:

VerbRelated TranslationsOther Translations
start to work in werking treden beginnen met werk; beginnen te werken

External Machine Translations:

Related Translations for in werking treden