Summary
Dutch to English:   more detail...
  1. induwen:


Dutch

Detailed Translations for induwen from Dutch to English

induwen:

induwen verbe (duw in, duwt in, duwde in, duwden in, ingeduwd)

  1. induwen (indrukken)
    to impress; to dent; to push in; to press
    • impress verbe (impresses, impressed, impressing)
    • dent verbe (dents, dented, denting)
    • push in verbe (pushes in, pushed in, pushing in)
    • press verbe (presses, pressed, pressing)

Conjugations for induwen:

o.t.t.
  1. duw in
  2. duwt in
  3. duwt in
  4. duwen in
  5. duwen in
  6. duwen in
o.v.t.
  1. duwde in
  2. duwde in
  3. duwde in
  4. duwden in
  5. duwden in
  6. duwden in
v.t.t.
  1. heb ingeduwd
  2. hebt ingeduwd
  3. heeft ingeduwd
  4. hebben ingeduwd
  5. hebben ingeduwd
  6. hebben ingeduwd
v.v.t.
  1. had ingeduwd
  2. had ingeduwd
  3. had ingeduwd
  4. hadden ingeduwd
  5. hadden ingeduwd
  6. hadden ingeduwd
o.t.t.t.
  1. zal induwen
  2. zult induwen
  3. zal induwen
  4. zullen induwen
  5. zullen induwen
  6. zullen induwen
o.v.t.t.
  1. zou induwen
  2. zou induwen
  3. zou induwen
  4. zouden induwen
  5. zouden induwen
  6. zouden induwen
en verder
  1. ben ingeduwd
  2. bent ingeduwd
  3. is ingeduwd
  4. zijn ingeduwd
  5. zijn ingeduwd
  6. zijn ingeduwd
diversen
  1. duw in!
  2. duwt in!
  3. ingeduwd
  4. induwend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for induwen:

NounRelated TranslationsOther Translations
dent bluts; deuk; instulping
impress inktstempel; stempel; zegel
press drukpers; pers; uitgeverijen
VerbRelated TranslationsOther Translations
dent indrukken; induwen butsen; een deuk maken in; indeuken
impress indrukken; induwen bedrukken; beïnvloeden; inprenten; inscherpen; op het hart drukken; opdrukken; overdrukken; prenten; raken; treffen
press indrukken; induwen aandringen; aandrukken; aanhouden; knellen; op iets aandringen; oppersen; prenten; strak zitten; vastdrukken
push in indrukken; induwen binnen drijven; binnen jagen; inschuiven; instoppen; naar elkaar toe schuiven; toedekken