Summary
Dutch to English:   more detail...
  1. ingetoetst:
  2. intoetsen:


Dutch

Detailed Translations for ingetoetst from Dutch to English

ingetoetst:

ingetoetst adj

  1. ingetoetst (ingevoerd)

Translation Matrix for ingetoetst:

ModifierRelated TranslationsOther Translations
inserted ingetoetst; ingevoerd ingelast; ingevoegd; tussengeschoven
typed in ingetoetst; ingevoerd

ingetoetst form of intoetsen:

intoetsen verbe (toets in, toetst in, toetste in, toetsten in, ingetoetst)

  1. intoetsen (intypen; intikken)
    to type in
    • type in verbe (types in, typed in, typing in)

Conjugations for intoetsen:

o.t.t.
  1. toets in
  2. toetst in
  3. toetst in
  4. toetsen in
  5. toetsen in
  6. toetsen in
o.v.t.
  1. toetste in
  2. toetste in
  3. toetste in
  4. toetsten in
  5. toetsten in
  6. toetsten in
v.t.t.
  1. heb ingetoetst
  2. hebt ingetoetst
  3. heeft ingetoetst
  4. hebben ingetoetst
  5. hebben ingetoetst
  6. hebben ingetoetst
v.v.t.
  1. had ingetoetst
  2. had ingetoetst
  3. had ingetoetst
  4. hadden ingetoetst
  5. hadden ingetoetst
  6. hadden ingetoetst
o.t.t.t.
  1. zal intoetsen
  2. zult intoetsen
  3. zal intoetsen
  4. zullen intoetsen
  5. zullen intoetsen
  6. zullen intoetsen
o.v.t.t.
  1. zou intoetsen
  2. zou intoetsen
  3. zou intoetsen
  4. zouden intoetsen
  5. zouden intoetsen
  6. zouden intoetsen
en verder
  1. is ingetoetst
diversen
  1. toets in!
  2. toetst in!
  3. ingetoetst
  4. intoetsend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for intoetsen:

VerbRelated TranslationsOther Translations
type in intikken; intoetsen; intypen