Summary
Dutch to English: more detail...
- kleinzieligheid:
- kleinzielig:
-
Wiktionary:
- kleinzielig → afraid, anxious, cowardly, fainthearted, fearful, pusillanimous, shy, timid, timorous, wimpy
Dutch
Detailed Translations for kleinzieligheid from Dutch to English
kleinzieligheid:
-
de kleinzieligheid (geborneerdheid; kleingeestigheid; bekrompenheid)
Translation Matrix for kleinzieligheid:
Noun | Related Translations | Other Translations |
bigotedness | bekrompenheid; geborneerdheid; kleingeestigheid; kleinzieligheid | |
narrow-mindedness | bekrompenheid; geborneerdheid; kleingeestigheid; kleinzieligheid | engdenkendheid; engheid; hokjesgeest |
pettiness | bekrompenheid; geborneerdheid; kleingeestigheid; kleinzieligheid | benepenheid; burgerlijkheid; kleinhartigheid; lafheid |
small-mindedness | bekrompenheid; geborneerdheid; kleingeestigheid; kleinzieligheid | |
Modifier | Related Translations | Other Translations |
narrow-mindedness | bourgeois; burgerlijk; burgermannetjesachtig; kneuterig |
Related Words for "kleinzieligheid":
kleinzielig:
-
kleinzielig (kleingeestig; bekrompen; benepen)
Translation Matrix for kleinzielig:
Adjective | Related Translations | Other Translations |
diffident | bekrompen; benepen; kleingeestig; kleinzielig | bedeesd; beschroomd; bleu; schroomvallig; schuchter; timide; verlegen |
petty | bekrompen; benepen; kleingeestig; kleinzielig | bekrompen; bourgeois; burgerlijk; burgermannetjesachtig; kleinburgerlijk; kneuterig |
Modifier | Related Translations | Other Translations |
bashfull | bekrompen; benepen; kleingeestig; kleinzielig | |
narrow minded | bekrompen; benepen; kleingeestig; kleinzielig | bekrompen; beperkt van geest; bourgeois; burgerlijk; burgermannetjesachtig; kneuterig |
Related Words for "kleinzielig":
Wiktionary Translations for kleinzielig:
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• kleinzielig | → afraid; anxious; cowardly; fainthearted; fearful; pusillanimous; shy; timid; timorous; wimpy | ↔ peureux — Qui est sujet à la peur. |