Noun | Related Translations | Other Translations |
bang
|
|
bam; dreun; explosie; haardracht; harde slag; klap; knal; kwak; ontlading; ontploffing; plof; plotselinge uitbarsting; pony; smak
|
drum
|
|
bak; barrel; emmer; fust; jerrycan; kuip; pot; teil; ton; trom; trommel; vat
|
ground
|
|
aarde; aardkorst; afweging; bodem; bodemoppervlak; bouwterrein; gebied; gemalen; grond; kavel; overdenking; overweging; perceel; terrein; vermalen; vloer
|
hammer
|
|
hamer; hamerwerpen; kogelslingeren; slaghamer
|
spike
|
|
hoogste punt; piek; top
|
Verb | Related Translations | Other Translations |
bang
|
hameren; kloppen met een hamer
|
bonken; een klap geven; hameren; hard slaan; hengsten; knallen; meppen; rammen; slaan; timmeren
|
drum
|
hameren; kloppen met een hamer
|
de trom roeren; roffelen; trommelen
|
ground
|
hameren; kloppen met een hamer
|
aarden; funderen; gronden; instellen; invoeren; koloniseren; onderbouwen; onderheien; oprichten; settelen; stichten; vestigen
|
hammer
|
hameren; kloppen met een hamer
|
bonken; een klap geven; hameren; hard slaan; hengsten; klinken; meppen; rammen; slaan; spijkeren; timmeren; vastnagelen; vastslaan; vastspijkeren
|
spike
|
hameren; kloppen met een hamer
|
aan de spies rijgen; klinken; spietsen; spijkeren; timmeren; vastnagelen; vastslaan; vastspijkeren
|
Adverb | Related Translations | Other Translations |
bang
|
|
boem
|