Dutch
Detailed Translations for knipsel from Dutch to English
knipsel:
-
het knipsel (uitknipsel)
-
het knipsel
-
het knipsel
Translation Matrix for knipsel:
Noun | Related Translations | Other Translations |
clipping | knipsel; uitknipsel | |
cutting | knipsel; uitknipsel | couperen; gesnij; jonge plant; loot; plantestekje; scheut; schoot; snijding; spruit; stek; stekje |
scrap | knipsel | afvalmateriaal; afvalstof; flard; homp; lap; lor; metaal afval; oud ijzer; prul; schroot; snipper; stukje papier; uitvaagsel; uitval; vod; vodje |
sliver | knipsel; uitknipsel | spaander |
snip | knipsel | knipje |
Verb | Related Translations | Other Translations |
scrap | bakkeleien; duelleren; kampen; knokken; laten uitvallen; matten; tot schroot verwerken; vechten; vernietigen | |
sliver | versplinteren | |
snip | snipperen; verknippen; versnipperen | |
Adjective | Related Translations | Other Translations |
cutting | bijtend; doordringend; fel; gemeen; hanig; op afgebeten toon; pinnig; scherp; schril; snibbig; snijdend; stekend; vinnig; vlijmend |