Dutch
Detailed Translations for komen aanrijden from Dutch to English
komen aanrijden:
komen aanrijden verbe (kom aanrijden, komt aanrijden, kwam aanrijden, kwamen aanrijden, komen aanrijden)
-
komen aanrijden
Conjugations for komen aanrijden:
o.t.t.
- kom aanrijden
- komt aanrijden
- komt aanrijden
- komen aanrijden
- komen aanrijden
- komen aanrijden
o.v.t.
- kwam aanrijden
- kwam aanrijden
- kwam aanrijden
- kwamen aanrijden
- kwamen aanrijden
- kwamen aanrijden
v.t.t.
- ben komen aanrijden
- bent komen aanrijden
- is komen aanrijden
- zijn komen aanrijden
- zijn komen aanrijden
- zijn komen aanrijden
v.v.t.
- was komen aanrijden
- was komen aanrijden
- was komen aanrijden
- waren komen aanrijden
- waren komen aanrijden
- waren komen aanrijden
o.t.t.t.
- zal komen aanrijden
- zult komen aanrijden
- zal komen aanrijden
- zullen komen aanrijden
- zullen komen aanrijden
- zullen komen aanrijden
o.v.t.t.
- zou komen aanrijden
- zou komen aanrijden
- zou komen aanrijden
- zouden komen aanrijden
- zouden komen aanrijden
- zouden komen aanrijden
diversen
- kom aanrijden!
- komt aanrijden!
- komen aanrijden
- komende aanrijden
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
-
komen aanrijden
the driving up
Translation Matrix for komen aanrijden:
Noun | Related Translations | Other Translations |
driving up | komen aanrijden | oprijden |
Verb | Related Translations | Other Translations |
come driving up | komen aanrijden |