Summary
Dutch to English:   more detail...
  1. kranen:
  2. kraan:
  3. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for kranen from Dutch to English

kranen:

kranen [de ~] nom, pluriel

  1. de kranen (tappen)
    the taps

Translation Matrix for kranen:

NounRelated TranslationsOther Translations
taps kranen; tappen tikken

Related Words for "kranen":


kraan:

kraan [de ~ (m)] nom

  1. de kraan
    the cock; the tap
  2. de kraan (waterkraan)
    the faucet; the tap

kraan [de ~] nom

  1. de kraan (hijsinstallatie; hijskraan; hijstoestel)
    the hoisting crane; the jib
    the crane
    – lifts and moves heavy objects; lifting tackle is suspended from a pivoted boom that rotates around a vertical axis 1
    the hoist
    – lifting device for raising heavy or cumbersome objects 1
    the derrick
    – a simple crane having lifting tackle slung from a boom 1

Translation Matrix for kraan:

NounRelated TranslationsOther Translations
cock kraan haan; lid; lul; mannelijk hoen; penis; piemel; pik; roede; trekker van vuurwapen
crane hijsinstallatie; hijskraan; hijstoestel; kraan giek; hijsarm; hijsbalk; kluiver; kraanvogel; laadboom; lastarm
derrick hijsinstallatie; hijskraan; hijstoestel; kraan boortoren
faucet kraan; waterkraan
hoist hijsinstallatie; hijskraan; hijstoestel; kraan giek; hefinstallatie; hijsarm; hijsbalk; kluiver; laadboom; lastarm; takel voor lichte lasten; talie
hoisting crane hijsinstallatie; hijskraan; hijstoestel; kraan
jib hijsinstallatie; hijskraan; hijstoestel; kraan giek; hijsarm; hijsbalk; kluiver; laadboom; lastarm
tap kraan; waterkraan betikken; kleine tik; klopje; tikje
VerbRelated TranslationsOther Translations
hoist eruit halen; hijsen; met een takel ophijsen; omhoogrukken; ophijsen; takelen; te voorschijn trekken
tap aankloppen; aanroeren; aanstippen; aantikken; aftappen; biertappen; even aanraken; kloppen; tappen; tikken; tikken op
OtherRelated TranslationsOther Translations
crane kraanvogel

Related Words for "kraan":


Related Definitions for "kraan":

  1. machine waar je mee hijst2
    • de kraan tilde de betonnen plaat op de wagen2
  2. wat je opendraait om er vloeistof uit te laten stromen2
    • er kwam warm water uit de kraan2

Wiktionary Translations for kraan:

kraan
noun
  1. machinery
  2. device to dispense liquid
  3. a spout connected to a socket to provide water from the main water supply

Cross Translation:
FromToVia
kraan tap HahnTechnik: eine mechanische Vorrichtung, mit der der Durchfluss von Flüssigkeiten oder Gasen gesteuert werden kann
kraan faucet; water tap Wasserhahn — Abschlussstück, Endstück einer Wasserleitung
kraan faucet; tap; spigot; stopcock robinet — Pièce servant à retenir un fluide.