Dutch
Detailed Translations for kringen vormen from Dutch to English
kringen vormen:
kringen vormen verbe (vorm kringen, vormt kringen, vormde kringen, vormden kringen, kringen gevormd)
-
kringen vormen
Conjugations for kringen vormen:
o.t.t.
- vorm kringen
- vormt kringen
- vormt kringen
- vormen kringen
- vormen kringen
- vormen kringen
o.v.t.
- vormde kringen
- vormde kringen
- vormde kringen
- vormden kringen
- vormden kringen
- vormden kringen
v.t.t.
- heb kringen gevormd
- hebt kringen gevormd
- heeft kringen gevormd
- hebben kringen gevormd
- hebben kringen gevormd
- hebben kringen gevormd
v.v.t.
- had kringen gevormd
- had kringen gevormd
- had kringen gevormd
- hadden kringen gevormd
- hadden kringen gevormd
- hadden kringen gevormd
o.t.t.t.
- zal kringen vormen
- zult kringen vormen
- zal kringen vormen
- zullen kringen vormen
- zullen kringen vormen
- zullen kringen vormen
o.v.t.t.
- zou kringen vormen
- zou kringen vormen
- zou kringen vormen
- zouden kringen vormen
- zouden kringen vormen
- zouden kringen vormen
en verder
- zijn kringen gevormd
diversen
- vorm kringen!
- vormt kringen!
- kringen gevormd
- kringen vormend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Translation Matrix for kringen vormen:
| Noun | Related Translations | Other Translations |
| ring | aaneenschakeling; belletje; cirkel; cirkelvorm; keten; ketting; kring; kringel; kringvormig; overgaan; piste; ring; rondje; snoer; soort sieraad; telefonisch bericht; telefoontje; wielerbaan | |
| Verb | Related Translations | Other Translations |
| make rings | kringen vormen | |
| ring | kringen vormen | aanbellen; beieren; bellen; bonzen; door de telefoon praten; iemand opbellen; luiden; opbellen; overgaan; telefoneren; telefoontje plegen |