Summary
Dutch to English:   more detail...
  1. laagconjunctuur:


Dutch

Detailed Translations for laagconjunctuur from Dutch to English

laagconjunctuur:

laagconjunctuur [de ~ (v)] nom

  1. de laagconjunctuur (crisis; depressie)
    the economical crises; the slump; the low economic activity

Translation Matrix for laagconjunctuur:

NounRelated TranslationsOther Translations
economical crises crisis; depressie; laagconjunctuur
low economic activity crisis; depressie; laagconjunctuur
slump crisis; depressie; laagconjunctuur debacle; ineenstorting; ineenzakking; instorting; malaise; slapheid; slapte
VerbRelated TranslationsOther Translations
slump in elkaar zakken; invallen; inzakken; inzinken; kelderen; sterk afnemen; sterk in waarde dalen; teruglopen; vallen