Summary
Dutch to English:   more detail...
  1. leegstaan:


Dutch

Detailed Translations for leegstaan from Dutch to English

leegstaan:

leegstaan verbe (sta leeg, staat leeg, stond leeg, stonden leeg, leeggestaan)

  1. leegstaan
    to be vacant; to be empty; to be open

Conjugations for leegstaan:

o.t.t.
  1. sta leeg
  2. staat leeg
  3. staat leeg
  4. staan leeg
  5. staan leeg
  6. staan leeg
o.v.t.
  1. stond leeg
  2. stond leeg
  3. stond leeg
  4. stonden leeg
  5. stonden leeg
  6. stonden leeg
v.t.t.
  1. heb leeggestaan
  2. hebt leeggestaan
  3. heeft leeggestaan
  4. hebben leeggestaan
  5. hebben leeggestaan
  6. hebben leeggestaan
v.v.t.
  1. had leeggestaan
  2. had leeggestaan
  3. had leeggestaan
  4. hadden leeggestaan
  5. hadden leeggestaan
  6. hadden leeggestaan
o.t.t.t.
  1. zal leegstaan
  2. zult leegstaan
  3. zal leegstaan
  4. zullen leegstaan
  5. zullen leegstaan
  6. zullen leegstaan
o.v.t.t.
  1. zou leegstaan
  2. zou leegstaan
  3. zou leegstaan
  4. zouden leegstaan
  5. zouden leegstaan
  6. zouden leegstaan
diversen
  1. sta leeg!
  2. staat leeg!
  3. leeggestaan
  4. leegstaand
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for leegstaan:

VerbRelated TranslationsOther Translations
be empty leegstaan
be open leegstaan openstaan
be vacant leegstaan openstaan