Dutch
Detailed Translations for legbord from Dutch to English
legbord:
-
legbord
Translation Matrix for legbord:
Noun | Related Translations | Other Translations |
board | legbord | aandeel; beheer; bestuur; deel; directie; hoofdbestuur; kostgeld; lat; leiding; part; schroot; smalle plank |
plank | legbord | |
shelf | legbord | lat; plank; schap; schroot; smalle plank |
shelve | legbord | |
Verb | Related Translations | Other Translations |
board | emballeren; enteren; herbergen; huisvesten; iemand onderdak verlenen; inpakken; inwikkelen; kartonneren; onderbrengen; onderdak geven; onderdak verschaffen; plaatsen; verpakken | |
shelve | aflopen; flauw hellend aflopend; glooien; vervallen |