Summary
Dutch to English:   more detail...
  1. lelijk maken:


Dutch

Detailed Translations for lelijk maken from Dutch to English

lelijk maken:

lelijk maken verbe (maak lelijk, maakt lelijk, maakte lelijk, maakten lelijk, lelijk gemaakt)

  1. lelijk maken (schoonheid benadelen; ontsieren)

Conjugations for lelijk maken:

o.t.t.
  1. maak lelijk
  2. maakt lelijk
  3. maakt lelijk
  4. maken lelijk
  5. maken lelijk
  6. maken lelijk
o.v.t.
  1. maakte lelijk
  2. maakte lelijk
  3. maakte lelijk
  4. maakten lelijk
  5. maakten lelijk
  6. maakten lelijk
v.t.t.
  1. heb lelijk gemaakt
  2. hebt lelijk gemaakt
  3. heeft lelijk gemaakt
  4. hebben lelijk gemaakt
  5. hebben lelijk gemaakt
  6. hebben lelijk gemaakt
v.v.t.
  1. had lelijk gemaakt
  2. had lelijk gemaakt
  3. had lelijk gemaakt
  4. hadden lelijk gemaakt
  5. hadden lelijk gemaakt
  6. hadden lelijk gemaakt
o.t.t.t.
  1. zal lelijk maken
  2. zult lelijk maken
  3. zal lelijk maken
  4. zullen lelijk maken
  5. zullen lelijk maken
  6. zullen lelijk maken
o.v.t.t.
  1. zou lelijk maken
  2. zou lelijk maken
  3. zou lelijk maken
  4. zouden lelijk maken
  5. zouden lelijk maken
  6. zouden lelijk maken
en verder
  1. ben lelijk gemaakt
  2. bent lelijk gemaakt
  3. is lelijk gemaakt
  4. zijn lelijk gemaakt
  5. zijn lelijk gemaakt
  6. zijn lelijk gemaakt
diversen
  1. maak lelijk!
  2. maakt lelijk!
  3. lelijk gemaakt
  4. lelijk makend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for lelijk maken:

VerbRelated TranslationsOther Translations
blot beauty lelijk maken; ontsieren; schoonheid benadelen
make ugly lelijk maken; ontsieren; schoonheid benadelen
mar beauty lelijk maken; ontsieren; schoonheid benadelen

Related Translations for lelijk maken