Summary
Dutch to English:   more detail...
  1. lurken:
  2. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for lurken from Dutch to English

lurken:

lurken verbe (lurk, lurkt, lurkte, lurkten, gelurkt)

  1. lurken (zuigen; sabbelen)
    to suck
    • suck verbe (sucks, sucked, sucking)
  2. lurken (zuigen; slurpen)
    to gulp; to suck
    • gulp verbe (gulps, gulped, gulping)
    • suck verbe (sucks, sucked, sucking)

Conjugations for lurken:

o.t.t.
  1. lurk
  2. lurkt
  3. lurkt
  4. lurken
  5. lurken
  6. lurken
o.v.t.
  1. lurkte
  2. lurkte
  3. lurkte
  4. lurkten
  5. lurkten
  6. lurkten
v.t.t.
  1. heb gelurkt
  2. hebt gelurkt
  3. heeft gelurkt
  4. hebben gelurkt
  5. hebben gelurkt
  6. hebben gelurkt
v.v.t.
  1. had gelurkt
  2. had gelurkt
  3. had gelurkt
  4. hadden gelurkt
  5. hadden gelurkt
  6. hadden gelurkt
o.t.t.t.
  1. zal lurken
  2. zult lurken
  3. zal lurken
  4. zullen lurken
  5. zullen lurken
  6. zullen lurken
o.v.t.t.
  1. zou lurken
  2. zou lurken
  3. zou lurken
  4. zouden lurken
  5. zouden lurken
  6. zouden lurken
diversen
  1. lurk!
  2. lurkt!
  3. gelurkt
  4. lurkend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for lurken:

NounRelated TranslationsOther Translations
gulp slikbeweging
VerbRelated TranslationsOther Translations
gulp lurken; slurpen; zuigen doorslikken; slikken
suck lurken; sabbelen; slurpen; zuigen afzuigen; fellatio doen; opzuigen; pijpen; wegzuigen; zuigen

Wiktionary Translations for lurken:

lurken
verb
  1. hoorbaar zuigen of drinken