Dutch
Detailed Translations for mankracht from Dutch to English
mankracht:
-
de mankracht
-
de mankracht (arbeidskrachten)
Translation Matrix for mankracht:
Noun | Related Translations | Other Translations |
force | mankracht | aandrijfkracht; aandrijving; drijfkracht; forceren; geweld; heir; kracht; krijgsmacht; leger; legermacht; macht; motor; opdringen; strijdmacht; stuwkracht; troepenmacht; vermogen |
manpower | arbeidskrachten; mankracht | arbeider; arbeidskracht; bediening; besturing; employees; klerk; medewerker; personeelslid; werkkracht; werknemer; werknemers |
Verb | Related Translations | Other Translations |
force | bevelen; commanderen; decreteren; doordrijven; dwingen; dwingen te doen; forceren; gebieden; gelasten; noodzaken tot; opdragen; opdringen; verordenen; verordonneren |