Dutch
Detailed Translations for misgooien from Dutch to English
misgooien:
-
misgooien (ernaast gooien)
Conjugations for misgooien:
o.t.t.
- gooi mis
- gooit mis
- gooit mis
- gooien mis
- gooien mis
- gooien mis
o.v.t.
- gooide mis
- gooide mis
- gooide mis
- gooiden mis
- gooiden mis
- gooiden mis
v.t.t.
- heb misgegooid
- hebt misgegooid
- heeft misgegooid
- hebben misgegooid
- hebben misgegooid
- hebben misgegooid
v.v.t.
- had misgegooid
- had misgegooid
- had misgegooid
- hadden misgegooid
- hadden misgegooid
- hadden misgegooid
o.t.t.t.
- zal misgooien
- zult misgooien
- zal misgooien
- zullen misgooien
- zullen misgooien
- zullen misgooien
o.v.t.t.
- zou misgooien
- zou misgooien
- zou misgooien
- zouden misgooien
- zouden misgooien
- zouden misgooien
diversen
- gooi mis!
- gooit mis!
- misgegooid
- misgooiend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Translation Matrix for misgooien:
Noun | Related Translations | Other Translations |
miss | blunder; fout; juffrouw; mejuffrouw; misgreep; misrekening; misschot; misser; misslag; misstap; misverstand; vergissing | |
Verb | Related Translations | Other Translations |
miss | ernaast gooien; misgooien | iets mislopen; mislopen; missen; vermissen; voorbijzien |
throw off the mark | ernaast gooien; misgooien |