Dutch
Detailed Translations for naar boven halen from Dutch to English
naar boven halen:
naar boven halen verbe (haal naar boven, haalt naar boven, haalde naar boven, haalden naar boven, naar boven gehaald)
-
naar boven halen
Conjugations for naar boven halen:
o.t.t.
- haal naar boven
- haalt naar boven
- haalt naar boven
- halen naar boven
- halen naar boven
- halen naar boven
o.v.t.
- haalde naar boven
- haalde naar boven
- haalde naar boven
- haalden naar boven
- haalden naar boven
- haalden naar boven
v.t.t.
- heb naar boven gehaald
- hebt naar boven gehaald
- heeft naar boven gehaald
- hebben naar boven gehaald
- hebben naar boven gehaald
- hebben naar boven gehaald
v.v.t.
- had naar boven gehaald
- had naar boven gehaald
- had naar boven gehaald
- hadden naar boven gehaald
- hadden naar boven gehaald
- hadden naar boven gehaald
o.t.t.t.
- zal naar boven halen
- zult naar boven halen
- zal naar boven halen
- zullen naar boven halen
- zullen naar boven halen
- zullen naar boven halen
o.v.t.t.
- zou naar boven halen
- zou naar boven halen
- zou naar boven halen
- zouden naar boven halen
- zouden naar boven halen
- zouden naar boven halen
diversen
- haal naar boven!
- haalt naar boven!
- naar boven gehaald
- naar boven halend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Translation Matrix for naar boven halen:
Verb | Related Translations | Other Translations |
take in | naar boven halen | absorberen; afvoeren; binnenbrengen; binnenhalen; boodschappen doen; doorslikken; in zich opnemen; incorporeren; inhalen; inkopen; inkopen doen; inlijven; inslaan; meedragen; naar binnen halen; opnemen; opnemen in groter geheel; opslorpen; opslurpen; slikken; wegdragen; wegsjouwen; wegslepen; wegvoeren; winkelen |
take upstairs | naar boven halen |