Interglot - "neiging" translated from Dutch to English

Summary

Dutch to English: more detail...

neiging:
- tendency; inclination; trend; tenor; instigation; urging; craving; tendency toward
Wiktionary:
- neiging → inclination, penchant, predilection, proclivity, propensity, tendency
- neiging → itch, yen, propensity, tendency
User Contributed Translations for neiging:
- propensity

Dutch

Detailed Translations for neiging from Dutch to English

de neiging (geneigdheid; inclinatie; hang; gezindheid)
the tendency; the inclination; the trend; the tenor
- tendency [the ~] nom
- inclination [the ~] nom
- trend [the ~] nom
- tenor [the ~] nom
de neiging (aandrang; drang; aandrift; impuls; drift)
the instigation; the urging; the craving
- instigation [the ~] nom
- urging [the ~] nom
- craving [the ~] nom
de neiging (tendens; trend; geneigdheid)
the tendency toward; the trend
- tendency toward [the ~] nom
- trend [the ~] nom

Noun	Related Translations	Other Translations
craving	aandrang; aandrift; drang; drift; impuls; neiging	ademstoot; begeerte; begeren; heftig verlangen; hunkering; lust; smachten; verlangen; wens; wensen; zucht
inclination	geneigdheid; gezindheid; hang; inclinatie; neiging	confessie; declinatie; flauwe helling; geloof; geloofsovertuiging; gemoedsaard; gemoedsgesteldheid; genegenheid; gezindheid; gezindte; glooiing; glooiingshoek; inborst; inclinatie; overtuiging; strekking; temperament; tendens; vaststaande mening; vurigheid
instigation	aandrang; aandrift; drang; drift; impuls; neiging	aanstoken; instigatie; instigeren; ophitsen; opstoken; opstokerij; opwekken
tendency	geneigdheid; gezindheid; hang; inclinatie; neiging	bedoeling; beduidenis; beduiding; betekenis; geest; strekking; tendens; tendentie; teneur
tendency toward	geneigdheid; neiging; tendens; trend	gerichtheid op; oriëntatie op
tenor	geneigdheid; gezindheid; hang; inclinatie; neiging	bedoeling; beduidenis; beduiding; betekenis; strekking; tendens; tendentie; tenor; tenorzanger
trend	geneigdheid; gezindheid; hang; inclinatie; neiging; tendens; trend	mode; modeverschijnsel; strekking; tendens; tendentie; trend
urging	aandrang; aandrift; drang; drift; impuls; neiging	aanmoediging; aansporen; aansporing; opwekking; steun; stimulans
Verb	Related Translations	Other Translations
urging		aandringen

neiging

noun

mental tendency
- inclination → neiging; tendens
taste, liking, or inclination (for)
- penchant → neiging; voorkeur
tendency towards
- predilection → neiging; voorkeur; voorliefde
A predisposition or natural inclination, propensity, or a predilection
- proclivity → aanleg; neiging
-
- propensity → neiging; beheptheid
likelihood of behaving in a particular way
- tendency → neiging

Cross Translation:

From	To	Via
• neiging	→ itch; yen	↔ démangeaison — Envie immodérée
• neiging	→ propensity; tendency	↔ propension — tendance naturelle vers un état, une action ; penchant, inclination.