Noun | Related Translations | Other Translations |
baroque
|
|
barok
|
freak
|
|
fanaat; fanaticus; fanatiekeling; freak; ijveraar; maniak; scherpslijper; zeloot
|
grumbling
|
|
gebrom; gegrom; gemopper; gepruttel; gesputter
|
Adjective | Related Translations | Other Translations |
baroque
|
grillig; nukkig; onberekenbaar; onvoorspelbaar; wispelturig
|
barok
|
capricious
|
chagrijnig; gemelijk; grillig; humeurig; knorrig; nukkig; nurks; onberekenbaar; onvoorspelbaar; sikkeneurig; slecht gehumeurd; wispelturig
|
willekeurig
|
changeable
|
grillig; nukkig; onberekenbaar; onvoorspelbaar; wispelturig
|
onbestendig; variabel; variërend; veranderlijk; wisselend; wisselvallig
|
fickle
|
grillig; nukkig; onberekenbaar; onvoorspelbaar; wispelturig
|
onbestendig; veranderlijk; wisselvallig
|
freakish
|
grillig; nukkig; onberekenbaar; onvoorspelbaar; wispelturig
|
|
grumbling
|
chagrijnig; gemelijk; humeurig; knorrig; nukkig; nurks; sikkeneurig; slecht gehumeurd
|
brommerig; brommmerig; mopperig
|
grumpy
|
chagrijnig; gemelijk; humeurig; knorrig; nukkig; nurks; sikkeneurig; slecht gehumeurd
|
aangebrand; bokkig; brommerig; brommmerig; chagrijnig; dwars; gemelijk; gevoelig; humeurig; knorrig; koppig; korzelig; lichtgeraakt; mopperig; nors; nurks; sikkeneurig; slecht gehumeurd; stijfhoofdig; stuurs; weerbarstig; weerspannig; wrevelig
|
incalculable
|
grillig; nukkig; onberekenbaar; onvoorspelbaar; wispelturig
|
|
unpredictable
|
grillig; nukkig; onberekenbaar; onvoorspelbaar; wispelturig
|
|
unstable
|
grillig; nukkig; onberekenbaar; onvoorspelbaar; wispelturig
|
gedesequilibreerd; inconsistent; insolide; los; onevenwichtig; onstabiel; onvast; onzeker; rank; variabel; variërend; veranderlijk; wankel; wankel evenwicht; wankelbaar; wankelend; wiebelend; wiebelig; wisselend; wisselvallig
|
unsteady
|
grillig; nukkig; onberekenbaar; onvoorspelbaar; wispelturig
|
inconsistent; insolide; onstabiel; veranderlijk; wiebelend; wiebelig
|
wayward
|
grillig; nukkig; onberekenbaar; onvoorspelbaar; wispelturig
|
obstinaat
|
whimsical
|
grillig; nukkig; onberekenbaar; onvoorspelbaar; wispelturig
|
willekeurig
|
Modifier | Related Translations | Other Translations |
freak
|
grillig; nukkig; onberekenbaar; onvoorspelbaar; wispelturig
|
apart; bijzonder; bizar; buitenissig; curieus; eigenaardig; excentriek; merkwaardig; ongewoon; typisch; vreemd; zonderling
|
peevish
|
chagrijnig; gemelijk; humeurig; knorrig; nukkig; nurks; sikkeneurig; slecht gehumeurd
|
chagrijnig; gemelijk; knorrig; kregelig; kribbig; narrig; nurks; stuurs; wrevelig
|