Summary
Dutch to English:   more detail...
  1. omgezet:
  2. omzetten:
  3. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for omgezet from Dutch to English

omgezet:

omgezet adj

  1. omgezet (geconverteerd)

Translation Matrix for omgezet:

AdjectiveRelated TranslationsOther Translations
converted geconverteerd; omgezet

omgezet form of omzetten:

omzetten verbe (zet om, zette om, zetten om, omgezet)

  1. omzetten (converteren; verwisselen)
    to convert; to transpose; to reverse
    • convert verbe (converts, converted, converting)
    • transpose verbe (transposes, transposed, transposing)
    • reverse verbe (reverses, reversed, reversing)
  2. omzetten (veranderen; herscheppen)
    to transform; transmute; metamorphose
    – change in outward structure or looks 1
    • transform verbe (transforms, transformed, transforming)
      • He transformed into a monster1
    • transmute verbe
    • metamorphose verbe
      • The salesman metamorphosed into an ugly beetle1
  3. omzetten
    to resolve
    – To convert a logical address to a physical address or vice versa. 2
    • resolve verbe (resolves, resolved, resolving)

Conjugations for omzetten:

o.t.t.
  1. zet om
  2. zet om
  3. zet om
  4. zetten om
  5. zetten om
  6. zetten om
o.v.t.
  1. zette om
  2. zette om
  3. zette om
  4. zetten om
  5. zetten om
  6. zetten om
v.t.t.
  1. heb omgezet
  2. hebt omgezet
  3. heeft omgezet
  4. hebben omgezet
  5. hebben omgezet
  6. hebben omgezet
v.v.t.
  1. had omgezet
  2. had omgezet
  3. had omgezet
  4. hadden omgezet
  5. hadden omgezet
  6. hadden omgezet
o.t.t.t.
  1. zal omzetten
  2. zult omzetten
  3. zal omzetten
  4. zullen omzetten
  5. zullen omzetten
  6. zullen omzetten
o.v.t.t.
  1. zou omzetten
  2. zou omzetten
  3. zou omzetten
  4. zouden omzetten
  5. zouden omzetten
  6. zouden omzetten
diversen
  1. zet om!
  2. zet om!
  3. omgezet
  4. omzettend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for omzetten:

NounRelated TranslationsOther Translations
reverse achterkant; achterzijde; ellende; keerzijde; malheur; moeilijkheden; omgekeerde; ommezijde; onaangename zijde; ongeluk; onheil; onspoed; pech; ramp; rampspoed; rugzijde; tegendeel; tegenovergestelde; tegenslag; tegenspoed; terugslag; terugslagen
VerbRelated TranslationsOther Translations
convert converteren; omzetten; verwisselen bekeren; converteren; disloqueren; herbouwen; inwisselen; kerstenen; ombouwen; omgraven; omploegen; omrekenen; omruilen; omschakelen; omspitten; omwerken; omwisselen; opnieuw bouwen; overschakelen; ploegen; reconstrueren; roeren; ruilen; spitten; verleggen; verplaatsen; verruilen; verschikken; verschuiven; vervoeren; verwisselen; verzetten; wisselen
metamorphose herscheppen; omzetten; veranderen
resolve omzetten disloqueren; roeren; verleggen; verplaatsen; verschikken; verschuiven; vervoeren; verzetten; voornemen
reverse converteren; omzetten; verwisselen herroepen; iets omdraaien; intrekken; omkeren; terugkomen op; terugnemen; zijn woorden terugnemen
transform herscheppen; omzetten; veranderen afwisselen; disloqueren; een andere vorm geven; herscheppen; herzien; omschakelen van stroom; roeren; transformeren; veranderen; verleggen; verplaatsen; verschikken; verschuiven; vervoeren; vervormen; verwisselen; verzetten; wijzigen
transmute herscheppen; omzetten; veranderen
transpose converteren; omzetten; verwisselen anders boeken; transponeren
AdjectiveRelated TranslationsOther Translations
reverse achteren; achteruit; achterwaarts; naar achter; naar achteren; rugwaarts; terug

Related Words for "omzetten":


Wiktionary Translations for omzetten:

omzetten
verb
  1. computing: to change the type of a variable
  2. to convert into cash

Cross Translation:
FromToVia
omzetten convert umwandeln — etwas regelgemäß in eine andere Form übertragen
omzetten turn over; spew; divide; separate; share; retail; debit débitervendre d’une façon continue, répéter, surtout au détail.
omzetten move; stir; transfer; transpose; actuate; shift; affect remuermouvoir, déplacer.