Dutch
Detailed Translations for omhoogkronkelen from Dutch to English
omhoogkronkelen:
omhoogkronkelen verbe (kronkel omhoog, kronkelt omhoog, kronkelde omhoog, kronkelden omhoog, omhooggekronkeld)
-
omhoogkronkelen
Conjugations for omhoogkronkelen:
o.t.t.
- kronkel omhoog
- kronkelt omhoog
- kronkelt omhoog
- kronkelen omhoog
- kronkelen omhoog
- kronkelen omhoog
o.v.t.
- kronkelde omhoog
- kronkelde omhoog
- kronkelde omhoog
- kronkelden omhoog
- kronkelden omhoog
- kronkelden omhoog
v.t.t.
- ben omhooggekronkeld
- bent omhooggekronkeld
- is omhooggekronkeld
- zijn omhooggekronkeld
- zijn omhooggekronkeld
- zijn omhooggekronkeld
v.v.t.
- was omhooggekronkeld
- was omhooggekronkeld
- was omhooggekronkeld
- waren omhooggekronkeld
- waren omhooggekronkeld
- waren omhooggekronkeld
o.t.t.t.
- zal omhoogkronkelen
- zult omhoogkronkelen
- zal omhoogkronkelen
- zullen omhoogkronkelen
- zullen omhoogkronkelen
- zullen omhoogkronkelen
o.v.t.t.
- zou omhoogkronkelen
- zou omhoogkronkelen
- zou omhoogkronkelen
- zouden omhoogkronkelen
- zouden omhoogkronkelen
- zouden omhoogkronkelen
diversen
- kronkel omhoog!
- kronkelt omhoog!
- omhooggekronkeld
- omhoogkronkelend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Translation Matrix for omhoogkronkelen:
Verb | Related Translations | Other Translations |
twist up | omhoogkronkelen | |
wind up | omhoogkronkelen | afronden; beslissen; besluiten; completeren; haspelen; laatste gedeelte afmaken; op een haspel winden; opklossen; opwikkelen; opwinden |
wriggle up | omhoogkronkelen |