Dutch

Detailed Translations for onderdak geven from Dutch to English

onderdak geven:

onderdak geven verbe (geef onderdak, geeft onderdak, gaf onderdak, gaven onderdak, onderdak gegeven)

  1. onderdak geven (iemand huisvesten; accommoderen; onderbrengen; )
    to accommodate; to lodge
    – provide housing for 1
    • accommodate verbe (accommodates, accommodated, accommodating)
    • lodge verbe (lodges, lodged, lodging)
      • We are lodging three foreign students this semester1
    to house
    – provide housing for 1
    • house verbe (houses, housed, housing)
      • The immigrants were housed in a new development outside the town1
    to shelter
    – provide shelter for 1
    • shelter verbe (shelters, sheltered, sheltering)
      • After the earthquake, the government could not provide shelter for the thousands of homeless people1
    to take in to the house
  2. onderdak geven (iemand onderdak verlenen; onderdak verschaffen; plaatsen; )
    to place; accomodate someone; to lodge; to board; to shelter; to station; offer someone lodges

Conjugations for onderdak geven:

o.t.t.
  1. geef onderdak
  2. geeft onderdak
  3. geeft onderdak
  4. geven onderdak
  5. geven onderdak
  6. geven onderdak
o.v.t.
  1. gaf onderdak
  2. gaf onderdak
  3. gaf onderdak
  4. gaven onderdak
  5. gaven onderdak
  6. gaven onderdak
v.t.t.
  1. heb onderdak gegeven
  2. hebt onderdak gegeven
  3. heeft onderdak gegeven
  4. hebben onderdak gegeven
  5. hebben onderdak gegeven
  6. hebben onderdak gegeven
v.v.t.
  1. had onderdak gegeven
  2. had onderdak gegeven
  3. had onderdak gegeven
  4. hadden onderdak gegeven
  5. hadden onderdak gegeven
  6. hadden onderdak gegeven
o.t.t.t.
  1. zal onderdak geven
  2. zult onderdak geven
  3. zal onderdak geven
  4. zullen onderdak geven
  5. zullen onderdak geven
  6. zullen onderdak geven
o.v.t.t.
  1. zou onderdak geven
  2. zou onderdak geven
  3. zou onderdak geven
  4. zouden onderdak geven
  5. zouden onderdak geven
  6. zouden onderdak geven
diversen
  1. geef onderdak!
  2. geeft onderdak!
  3. onderdak gegeven
  4. onderdak gevend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for onderdak geven:

NounRelated TranslationsOther Translations
board aandeel; beheer; bestuur; deel; directie; hoofdbestuur; kostgeld; lat; legbord; leiding; part; schroot; smalle plank
house bedrijf; coöperatie; firma; handelsbedrijf; handelshuis; huis; maatschap; maatschappij; onderneming; optrekje; pand; perceel; residentie; sterrenbeeld; stulp; thuis; vennootschap; verblijf; woning; woonhuis
lodge loge; schouwburgplaats; vrijmetselaarsloge
place gebied; gewest; gouw; hoek; landstreek; locatie; navigatieplaats; oord; plaats; plek; regio; stekkie; streek
shelter abri; accommodatie; asiel; behuizing; bescherming; beschutting; hospitium; huisvesting; kwartier; luwte; onderdak; onderkomen; opvangcentrum; protectie; schuilhoek; schuilhol; schuilkelder; schuilplaats; stek; tehuis; toevlucht; toevluchtshaven; toevluchtsoord; verblijfplaats; vrijplaats; wachthuisje; wijkplaats
station standoord; station
VerbRelated TranslationsOther Translations
accommodate accommoderen; herbergen; huisvesten; huizen; iemand huisvesten; onderbrengen; onderdak geven; onderdak verlenen; onderdak verschaffen
accomodate someone herbergen; huisvesten; iemand onderdak verlenen; onderbrengen; onderdak geven; onderdak verschaffen; plaatsen
board herbergen; huisvesten; iemand onderdak verlenen; onderbrengen; onderdak geven; onderdak verschaffen; plaatsen emballeren; enteren; inpakken; inwikkelen; kartonneren; verpakken
house accommoderen; herbergen; huisvesten; huizen; iemand huisvesten; onderbrengen; onderdak geven; onderdak verlenen; onderdak verschaffen
lodge accommoderen; herbergen; huisvesten; huizen; iemand huisvesten; iemand onderdak verlenen; onderbrengen; onderdak geven; onderdak verlenen; onderdak verschaffen; plaatsen inwonen; leven; logeren; resideren; verblijven; wonen
offer someone lodges herbergen; huisvesten; iemand onderdak verlenen; onderbrengen; onderdak geven; onderdak verschaffen; plaatsen
place herbergen; huisvesten; iemand onderdak verlenen; onderbrengen; onderdak geven; onderdak verschaffen; plaatsen aanbrengen; aanleggen; bijzetten; deponeren; installeren; leggen; monteren en aansluiten; neerleggen; neerzetten; plaatsen; situeren; stationeren; wegleggen; zetten; zich afspelen
shelter accommoderen; herbergen; huisvesten; huizen; iemand huisvesten; iemand onderdak verlenen; onderbrengen; onderdak geven; onderdak verlenen; onderdak verschaffen; plaatsen schuilen; toevluchten; uitwijken; wegkruipen
station herbergen; huisvesten; iemand onderdak verlenen; onderbrengen; onderdak geven; onderdak verschaffen; plaatsen deponeren; leggen; neerleggen; neerzetten; plaatsen; posten; posteren; situeren; stationeren; zetten; zich afspelen
take in to the house accommoderen; herbergen; huisvesten; huizen; iemand huisvesten; onderbrengen; onderdak geven; onderdak verlenen; onderdak verschaffen

External Machine Translations:

Related Translations for onderdak geven