Summary
Dutch to English:   more detail...
  1. ondernemend:
  2. ondernemen:
  3. Wiktionary:
  4. User Contributed Translations for ondernemend:
    • entrepreneurial


Dutch

Detailed Translations for ondernemend from Dutch to English

ondernemend:

ondernemend adj

  1. ondernemend

Translation Matrix for ondernemend:

AdjectiveRelated TranslationsOther Translations
enterprising ondernemend

Related Words for "ondernemend":

  • ondernemendst, ondernemendste

Wiktionary Translations for ondernemend:

ondernemend
adjective
  1. inclined to adventure

ondernemend form of ondernemen:

ondernemen verbe (onderneem, onderneemt, ondernam, ondernamen, ondernomen)

  1. ondernemen (aangaan)
    to undertake; take upon oneself; to start

Conjugations for ondernemen:

o.t.t.
  1. onderneem
  2. onderneemt
  3. onderneemt
  4. ondernemen
  5. ondernemen
  6. ondernemen
o.v.t.
  1. ondernam
  2. ondernam
  3. ondernam
  4. ondernamen
  5. ondernamen
  6. ondernamen
v.t.t.
  1. heb ondernomen
  2. hebt ondernomen
  3. heeft ondernomen
  4. hebben ondernomen
  5. hebben ondernomen
  6. hebben ondernomen
v.v.t.
  1. had ondernomen
  2. had ondernomen
  3. had ondernomen
  4. hadden ondernomen
  5. hadden ondernomen
  6. hadden ondernomen
o.t.t.t.
  1. zal ondernemen
  2. zult ondernemen
  3. zal ondernemen
  4. zullen ondernemen
  5. zullen ondernemen
  6. zullen ondernemen
o.v.t.t.
  1. zou ondernemen
  2. zou ondernemen
  3. zou ondernemen
  4. zouden ondernemen
  5. zouden ondernemen
  6. zouden ondernemen
diversen
  1. onderneem!
  2. onderneemt!
  3. ondernomen
  4. ondernemend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for ondernemen:

NounRelated TranslationsOther Translations
start aanvang; aanzet; begin; initiatief; inzet; opening; start
VerbRelated TranslationsOther Translations
start aangaan; ondernemen aanbinden; aanbreken; aandoen; aanknopen; aanmaken; aanvangen; aanzetten; afreizen; beginnen; een begin nemen; heengaan; inleiden; inluiden; inschakelen; intreden; inzetten; lanceren; omhoogkomen; op de markt brengen; op gang komen; openen; opstarten; opstijgen; opvliegen; starten; uitgeven; van start gaan; van wal gaan; van wal steken; verdwijnen; verlaten; wegreizen; wegtrekken
take upon oneself aangaan; ondernemen
undertake aangaan; ondernemen aanvangen; beginnen; starten; van start gaan

Wiktionary Translations for ondernemen:

ondernemen
verb
  1. een bedrijf of actie in werking stellen
ondernemen
verb
  1. to start an enterprise

Cross Translation:
FromToVia
ondernemen undertake entreprendreprendre la résolution de faire quelque chose, une action, un ouvrage, et commencer à le mettre à exécution.