Dutch
Detailed Translations for ontsteldheid from Dutch to English
ontsteldheid:
-
ontsteldheid (verbouwereerdheid; verbijstering)
Translation Matrix for ontsteldheid:
Noun | Related Translations | Other Translations |
bewilderment | ontsteldheid; verbijstering; verbouwereerdheid | beduusdheid |
confusion | ontsteldheid; verbijstering; verbouwereerdheid | beduusdheid; chaos; heksenketel; keet; onthutsing; ontsteltenis; puinhoop; regelloosheid; schrik; verbijstering; versteldheid; verwardheid; verwarring; wanorde; wanordelijkheid; zooitje; zootje |
perplexity | ontsteldheid; verbijstering; verbouwereerdheid | |
puzzlement | ontsteldheid; verbijstering; verbouwereerdheid |