Interglot - "opruiming" translated from Dutch to English

Remove Ads

Summary

Dutch to English: more detail...

opruiming:
- purification; cleaning; cleansing; clean-up; service; washing down; clearance sale; end-of-season sales; sale; sales

Dutch

Detailed Translations for opruiming from Dutch to English

opruiming:

opruiming [de ~ (v)] nom

de opruiming (schoonmaken; schoonmaak; reinigen; reiniging; zuivering; kuising)
the purification; the cleansing; the clean-up; the service; the washing down
- purification [the ~] nom
- cleansing [the ~] nom
- clean-up [the ~] nom
- service [the ~] nom
- washing down [the ~] nom
the cleaning
– the act of making something clean ¹
- cleaning [the ~] nom
  - he gave his shoes a good cleaning¹
de opruiming (uitverkoop; opruimingsuitverkoop)
the clearance sale; the end-of-season sales; the sale; the sales
- clearance sale [the ~] nom
- end-of-season sales [the ~] nom
- sale [the ~] nom
- sales [the ~] nom

Translation Matrix for opruiming:

Noun	Related Translations	Other Translations
clean-up	kuising; opruiming; reinigen; reiniging; schoonmaak; schoonmaken; zuivering	schoonmaakbeurt
cleaning	kuising; opruiming; reinigen; reiniging; schoonmaak; schoonmaken; zuivering	kuis; kuising; reinigen; reiniging; schoonmaak; schoonmaken; wassen; wassing; zuivering
cleansing	kuising; opruiming; reinigen; reiniging; schoonmaak; schoonmaken; zuivering	kuis; kuising; reinigen; reiniging; schoonmaak; schoonmaken; wassen; wassing; zuivering
clearance sale	opruiming; opruimingsuitverkoop; uitverkoop	seizoenopruiming; seizoensuitverkoop
end-of-season sales	opruiming; opruimingsuitverkoop; uitverkoop
purification	kuising; opruiming; reinigen; reiniging; schoonmaak; schoonmaken; zuivering	kuis; kuising; loutering; reinigen; reiniging; schoonmaak; schoonmaken; wassen; wassing; zuivering
sale	opruiming; opruimingsuitverkoop; uitverkoop	auctie; seizoenopruiming; seizoensuitverkoop; veiling; verkoop; verkoping; verkoping per opbod
sales	opruiming; opruimingsuitverkoop; uitverkoop	afzet; omzet; opruimingen; opruimingsuitverkopen; seizoenopruiming; seizoensuitverkoop; uitverkopen; verkoop; verkopingen
service	kuising; opruiming; reinigen; reiniging; schoonmaak; schoonmaken; zuivering	bediening; dienst; diensten; gunst; herstelling van materiaal; instituut; kerkviering; mis; onderhoudsbeurt; opdienen; revisie; serveren; service; serviceverlening; uitserveren; verpleging; verschaffing; verzorging; voorziening; zorg
washing down	kuising; opruiming; reinigen; reiniging; schoonmaak; schoonmaken; zuivering
Verb	Related Translations	Other Translations
service		van dienst zijn
Modifier	Related Translations	Other Translations
service		dienstverlenend; dienstverlenende

External Machine Translations:

Remove Ads

Translate opruiming from Dutch to English

Detailed Translations for opruiming from Dutch to English

opruiming:

opruiming [de ~ (v)] nom

de opruiming (schoonmaken; schoonmaak; reinigen; reiniging; zuivering; kuising)

de opruiming (uitverkoop; opruimingsuitverkoop)

Translation Matrix for opruiming: