Summary


Dutch

Detailed Translations for opschepperig from Dutch to English

opschepperig:


Translation Matrix for opschepperig:

NounRelated TranslationsOther Translations
boasting bluf; branie; bravoure; dikdoenerij; gebluf; gebral; gepoch; grootspraak; opschepperij; snoeverij
bragging bluf; branie; dikdoenerij; gebluf; gebral; gepoch; grootspraak; opschepperij; snoeverij
AdjectiveRelated TranslationsOther Translations
boastful brallerig; grootsprakerig; opschepperig; pocherig; protsend; protserig; schreeuwerig; snoevend
bragging brallerig; grootsprakerig; opschepperig; pocherig; snoevend
grandiloquent brallerig; grootsprakerig; opschepperig; pocherig; snoevend bombastisch; gezwollen; hoogdravend; opgeblazen; pompeus
haughty opschepperig; protsend; protserig; schreeuwerig aanmatigend; arrogant; fier; flink; geringschattend; glorieus; groots; hautain; hooghartig; hoogmoedig; hovaardig; ijdel; ingebeeld; kleinerend; laatdunkend; minachtend; neerbuigend; prat; trots; uit de hoogte; verwaand; zelfgenoegzaam; zelfingenomen
overweening opschepperig; protsend; protserig; schreeuwerig
ModifierRelated TranslationsOther Translations
boasting brallerig; grootsprakerig; opschepperig; pocherig; snoevend
flaunting opschepperig; protsend; protserig; schreeuwerig pralend
lah-di-dah opschepperig; protsend; protserig; schreeuwerig
loud opschepperig; protsend; protserig; schreeuwerig hard; joelend; keihard; lawaaierig; luid; luid klinkend; luidkeels; luidruchtig; oorverdovend; rumoerig; schreeuwend; uit volle borst

Related Words for "opschepperig":

  • opschepperigheid, opschepperige