Summary
Dutch to English:   more detail...
  1. opstuiven:


Dutch

Detailed Translations for opstuiven from Dutch to English

opstuiven:

opstuiven verbe (stuif op, stuift op, stoof op, stoven op, opgestoven)

  1. opstuiven (opvliegen)
    to fly up
    • fly up verbe (flies up, flew up, flying up)

Conjugations for opstuiven:

o.t.t.
  1. stuif op
  2. stuift op
  3. stuift op
  4. stuiven op
  5. stuiven op
  6. stuiven op
o.v.t.
  1. stoof op
  2. stoof op
  3. stoof op
  4. stoven op
  5. stoven op
  6. stoven op
v.t.t.
  1. ben opgestoven
  2. bent opgestoven
  3. is opgestoven
  4. zijn opgestoven
  5. zijn opgestoven
  6. zijn opgestoven
v.v.t.
  1. was opgestoven
  2. was opgestoven
  3. was opgestoven
  4. waren opgestoven
  5. waren opgestoven
  6. waren opgestoven
o.t.t.t.
  1. zal opstuiven
  2. zult opstuiven
  3. zal opstuiven
  4. zullen opstuiven
  5. zullen opstuiven
  6. zullen opstuiven
o.v.t.t.
  1. zou opstuiven
  2. zou opstuiven
  3. zou opstuiven
  4. zouden opstuiven
  5. zouden opstuiven
  6. zouden opstuiven
diversen
  1. stuif op!
  2. stuift op!
  3. opgestoven
  4. opstuivend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

opstuiven [znw.] nom

  1. opstuiven (driftig zijn; opvliegen)
    the flare up; the flying up

Translation Matrix for opstuiven:

NounRelated TranslationsOther Translations
flare up driftig zijn; opstuiven; opvliegen
flying up driftig zijn; opstuiven; opvliegen
VerbRelated TranslationsOther Translations
flare up afbranden; leegbranden; omhoogkomen; ontbranden; ontsteken; ontvlammen; opflakkeren; oplaaien; opstijgen; opvlammen; opvliegen; platbranden; uitbranden; vuur vatten
fly up opstuiven; opvliegen omhoogkomen; opstijgen; opvliegen; opwaarts vliegen
ModifierRelated TranslationsOther Translations
flying up opstuivend; opstuivend zand