Noun | Related Translations | Other Translations |
gift
|
aardigheid; cadeau; geschenk; kado; present; presentje
|
aanleg; begaafdheid; bekwaamheid; capaciteit; gave; knobbel; kundigheid; presentje; schenking; scherpzinnigheid; talent; verjaardagscadeau; vernuft
|
offering
|
aardigheid; cadeau; geschenk; kado; present; presentje
|
offer; offerande
|
present
|
aardigheid; cadeau; geschenk; kado; present; presentje
|
aardigheidje; o.t.t.; onvoltooid tegenwoordige tijd; presentje
|
-
|
cadeau
|
|
Verb | Related Translations | Other Translations |
gift
|
|
bedelen; begiftigen; beschenken
|
present
|
|
aanbevelen; aanbieden; aanraden; bedelen; begiftigen; beschenken; exposeren; iemand recommanderen; indienen; laten zien; naar voren brengen; nomineren; opgevoerd worden; opperen; poneren; presenteren; tentoonstellen; tonen; vertonen; voor ogen brengen; voordragen
|
Adjective | Related Translations | Other Translations |
present
|
|
aanwezig; eigentijds; hedendaags; huidig; modern; momenteel; present!; tegenwoordig; tijdseigen; van nu; van vandaag
|
-
|
aanwezig
|
|