Dutch

Detailed Translations for rentenieren from Dutch to English

rentenieren:

rentenieren verbe (rentenier, renteniert, rentenierde, rentenierden, gerentenierd)

  1. rentenieren
    to lead a life of leisure; live on one's private means; to live on one's investments; to live upon the interest of one's money

Conjugations for rentenieren:

o.t.t.
  1. rentenier
  2. renteniert
  3. renteniert
  4. rentenieren
  5. rentenieren
  6. rentenieren
o.v.t.
  1. rentenierde
  2. rentenierde
  3. rentenierde
  4. rentenierden
  5. rentenierden
  6. rentenierden
v.t.t.
  1. heb gerentenierd
  2. hebt gerentenierd
  3. heeft gerentenierd
  4. hebben gerentenierd
  5. hebben gerentenierd
  6. hebben gerentenierd
v.v.t.
  1. had gerentenierd
  2. had gerentenierd
  3. had gerentenierd
  4. hadden gerentenierd
  5. hadden gerentenierd
  6. hadden gerentenierd
o.t.t.t.
  1. zal rentenieren
  2. zult rentenieren
  3. zal rentenieren
  4. zullen rentenieren
  5. zullen rentenieren
  6. zullen rentenieren
o.v.t.t.
  1. zou rentenieren
  2. zou rentenieren
  3. zou rentenieren
  4. zouden rentenieren
  5. zouden rentenieren
  6. zouden rentenieren
diversen
  1. rentenier!
  2. renteniert!
  3. gerentenierd
  4. rentenierend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for rentenieren:

VerbRelated TranslationsOther Translations
lead a life of leisure rentenieren
live on one's investments rentenieren
live on one's private means rentenieren
live upon the interest of one's money rentenieren

Related Words for "rentenieren":


rentenier:

rentenier [de ~ (m)] nom

  1. de rentenier

Translation Matrix for rentenier:

NounRelated TranslationsOther Translations
person of independent means rentenier

Related Words for "rentenier":


Wiktionary Translations for rentenier:

rentenier
noun
  1. individual who receives capital income