Noun | Related Translations | Other Translations |
advance
|
rijzing
|
aantocht; avance; kasvoorschot; opmars; toenadering; voorschot; voortgang
|
boom
|
rijzing
|
bam; bloei; dreun; explosie; hausse; hoogconjunctuur; klap; knal; kwak; ontlading; ontploffing; plof; plotselinge uitbarsting; smak; toename; vooruitgang; vordering
|
rising
|
rijzing
|
aangroei; aanwas; aanwassen; aanzwellen; klimmen; omhoog komen; omhoogkomen; opstijgen; stijgen; stijging; uitdijen; uitdijing; verrijzing; wassen; zwellen
|
Verb | Related Translations | Other Translations |
advance
|
|
avanceren; bevorderd worden; bevorderen; duwen; helpen; hogerop komen; naar voren plaatsen; naderen; opmarcheren; oprukken; opschuiven; promoten; promoveren; tegemoetkomen; toenaderen; vervroegen; voorschieten; voorschuiven; vooruitschuiven; voorwaarts gaan; vroeger uitvoeren dan gepland; zich opwerken
|
boom
|
|
blaffen; bloeien; brullen; bulderen; daveren; knallen; schreeuwen; tot hoogconjunctuur komen
|
Adjective | Related Translations | Other Translations |
rising
|
|
klimmend; omhooggaand; oplopend; oprijzend; rijzend; stijgend; toenemend; verheffend
|