Home
Dictionaries
Word Fun
About
Feedback
In English
Home
->
Dictionaries
->
Dutch/English
->Translate run
Translate
run
from Dutch to English
Search
Remove Ads
Summary
Dutch to English:
more detail...
run:
attack
;
assault
;
run
;
rush
;
raid
;
storming
;
scaling
Dutch
Detailed Translations for
run
from Dutch to English
run:
run
[
de ~ (m)
]
nom
de run
(
bestorming
;
aanval
;
attaque
;
stormaanval
;
offensief
;
stormloop
)
the
attack
;
the
assault
;
the
run
;
the
rush
;
the
raid
;
the
storming
;
the
scaling
attack
[
the ~
]
nom
assault
[
the ~
]
nom
run
[
the ~
]
nom
rush
[
the ~
]
nom
raid
[
the ~
]
nom
storming
[
the ~
]
nom
scaling
[
the ~
]
nom
Translation Matrix for run:
Noun
Related Translations
Other Translations
assault
aanval
;
attaque
;
bestorming
;
offensief
;
run
;
stormaanval
;
stormloop
aanranden
;
aanvallen
;
attaqueren
;
overval
;
roofoverval
attack
aanval
;
attaque
;
bestorming
;
offensief
;
run
;
stormaanval
;
stormloop
aanvallen
;
attaqueren
raid
aanval
;
attaque
;
bestorming
;
offensief
;
run
;
stormaanval
;
stormloop
inval
;
invasie
;
klopjacht
;
overval
;
razzia
;
rooftocht
;
strooptocht
run
aanval
;
attaque
;
bestorming
;
offensief
;
run
;
stormaanval
;
stormloop
hardloopwedstrijd
;
ladder
;
ladder in kous
;
loop
;
runs
;
stormlopen
rush
aanval
;
attaque
;
bestorming
;
offensief
;
run
;
stormaanval
;
stormloop
drukte
;
gedrang
;
gehaastheid
;
haast
;
haastigheid
;
ijl
;
overijling
;
runs
;
spoed
;
stormlopen
;
temperament
;
teveel aan bezigheden
;
toeloop
;
toevloed
;
vurigheid
scaling
aanval
;
attaque
;
bestorming
;
offensief
;
run
;
stormaanval
;
stormloop
storming
aanval
;
attaque
;
bestorming
;
offensief
;
run
;
stormaanval
;
stormloop
Verb
Related Translations
Other Translations
assault
aanranden
;
aanvallen
;
attaqueren
;
belegeren
;
bestormen
;
geweld gebruiken
;
mishandelen
;
molesteren
;
overvallen
;
pijnigen
;
vrouw aanranden
attack
aantasten
;
aanvallen
;
aanvreten
;
attaqueren
;
bederven
;
belegeren
;
beschadigen
;
bestormen
;
inbijten
;
invreten
;
overvallen
raid
aanvallen
;
attaqueren
;
belegeren
;
bestormen
;
leegplunderen
;
overvallen
;
plunderen
;
roven
;
uitplunderen
run
administreren
;
beheren
;
besturen
;
draven
;
gaan
;
gulpen
;
gutsen
;
hard rennen
;
hardlopen
;
hollen
;
in elkaar overlopen
;
in stralen lopen
;
in stromen neerstorten
;
ladderen
;
lopen
;
pezen
;
racen
;
rennen
;
sprinten
;
stromen
;
vervagen
;
vervloeien
;
vloeien
;
zich begeven
rush
draven
;
haasten
;
hard rennen
;
hollen
;
ijlen
;
jachten
;
jagen
;
jakkeren
;
opjagen
;
opschieten
;
pezen
;
reppen
;
snellen
;
spoeden
;
sprinten
;
stormlopen
;
tempo maken
;
tot spoed aanzetten
;
vliegen
;
zich haasten
;
zich spoeden
storming
hard waaien
;
stormen
Adjective
Related Translations
Other Translations
rush
rieten
Modifier
Related Translations
Other Translations
storming
stormend
Related Words for "run":
runnen
,
runen
,
runs
External Machine Translations:
Remove Ads
Remove Ads