Dutch
Detailed Translations for saamhorig from Dutch to English
saamhorig:
-
saamhorig (eendrachtig; eensgezind; harmonieus)
-
saamhorig (solidair)
Translation Matrix for saamhorig:
Noun | Related Translations | Other Translations |
oneness | eendrachtigheid; eensgezindheid; eenzelvigheid; saamhorigheid; uniformiteit | |
Adjective | Related Translations | Other Translations |
concerted | eendrachtig; eensgezind; harmonieus; saamhorig | |
concordant | eendrachtig; eensgezind; harmonieus; saamhorig | |
connected | eendrachtig; eensgezind; harmonieus; saamhorig | aan elkaar zittend; aangehecht; aangesloten; aldoor; almaar; continue; de hele tijd; gedurig; gerelateerd; ononderbroken; onophoudelijk; steeds; telkens; vastgehecht; vastzittend; verwant; voortdurend |
unanimous | eendrachtig; eensgezind; harmonieus; saamhorig | eenparig; eensgezind; eenstemmig; unaniem |
united | eendrachtig; eensgezind; harmonieus; saamhorig | aaneengehecht; aangevoegd; gekoppeld; verbonden |
Modifier | Related Translations | Other Translations |
oneness | eendrachtig; eensgezind; harmonieus; saamhorig | |
solidary | eendrachtig; eensgezind; harmonieus; saamhorig; solidair |