Summary
Dutch to English:   more detail...
  1. samenplaatsen:


Dutch

Detailed Translations for samenplaatsen from Dutch to English

samenplaatsen:

samenplaatsen verbe

  1. samenplaatsen (bijeen plaatsen; naast elkaar plaatsen)
    place together; to put together; place next to each other

Translation Matrix for samenplaatsen:

NounRelated TranslationsOther Translations
put together samendoen
VerbRelated TranslationsOther Translations
place together bijeen plaatsen; naast elkaar plaatsen; samenplaatsen
put together bijeen plaatsen; naast elkaar plaatsen; samenplaatsen bijeen zetten; formeren; in elkaar timmeren; ineentimmeren; samenschikken; timmerend in elkaar zetten
OtherRelated TranslationsOther Translations
place next to each other bijeen plaatsen; naast elkaar plaatsen; samenplaatsen