Summary
Dutch
Detailed Translations for schaven from Dutch to English
schaven:
Conjugations for schaven:
o.t.t.
- schaaf
- schaaft
- schaaft
- schaven
- schaven
- schaven
o.v.t.
- schaafte
- schaafte
- schaafte
- schaaften
- schaaften
- schaaften
v.t.t.
- heb geschaafd
- hebt geschaafd
- heeft geschaafd
- hebben geschaafd
- hebben geschaafd
- hebben geschaafd
v.v.t.
- had geschaafd
- had geschaafd
- had geschaafd
- hadden geschaafd
- hadden geschaafd
- hadden geschaafd
o.t.t.t.
- zal schaven
- zult schaven
- zal schaven
- zullen schaven
- zullen schaven
- zullen schaven
o.v.t.t.
- zou schaven
- zou schaven
- zou schaven
- zouden schaven
- zouden schaven
- zouden schaven
en verder
- ben geschaafd
- bent geschaafd
- is geschaafd
- zijn geschaafd
- zijn geschaafd
- zijn geschaafd
diversen
- schaaf!
- schaaft!
- geschaafd
- schavende
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Translation Matrix for schaven:
Noun | Related Translations | Other Translations |
grate | raster; rastering; rasterwerk; rooster | |
plane | schaaf; vliegtuig | |
Verb | Related Translations | Other Translations |
grate | raspen; schaven; schuren | afkrabben; knarsen; krassen; schrapen; schrappen; traliën; zich krabben |
plane | raspen; schaven; schuren | planeren |
smooth | raspen; schaven; schuren | afplatten; effenen; egaliseren; gelijkmaken; gladmaken; nivelleren; platmaken; politoeren; vlak maken |
Adjective | Related Translations | Other Translations |
smooth | effen; egaal; gelijk; geslepen; glad; obsceen; plat; rimpelloos; schuin; smeuïg; strak; stromend; vies; vlak; vlakuit; vliedend; vloeiend; vlot; vunzig; zedeloos |
Related Words for "schaven":
Related Definitions for "schaven":
schaaf:
-
de schaaf
Translation Matrix for schaaf:
Noun | Related Translations | Other Translations |
plane | schaaf | vliegtuig |
shredder | schaaf | |
slicer | schaaf | snijmachine |
Verb | Related Translations | Other Translations |
plane | planeren; raspen; schaven; schuren |