Dutch
Detailed Translations for schriftuur from Dutch to English
schriftuur:
-
de schriftuur (geschreven stuk; document; script; geschrift)
-
de schriftuur (geschrevene; tekst)
Translation Matrix for schriftuur:
Noun | Related Translations | Other Translations |
document | document; geschreven stuk; geschrift; schriftuur; script | acte; akte; bericht; bewijsstuk; document; officieel stuk; papier |
documented | geschrevene; schriftuur; tekst | |
manuscript | document; geschreven stuk; geschrift; schriftuur; script | manuscript |
script | document; geschreven stuk; geschrevene; geschrift; schriftuur; script; tekst | handschrift; script; tekstboek |
scripture | document; geschreven stuk; geschrift; schriftuur; script | |
text | document; geschreven stuk; geschrevene; geschrift; schriftuur; script; tekst | |
wording | geschrevene; schriftuur; tekst | bewoording; verwoording |
writing | document; geschreven stuk; geschrift; schriftuur; script | calligrafie; kalligrafie; schoonschrijfkunst; schrijfkunst; schrijfwerk |
Verb | Related Translations | Other Translations |
document | archiveren; bewaren; documenteren; opbergen; opslaan | |
text | sms verzenden | |
Adjective | Related Translations | Other Translations |
documented | gedocumenteerd; vastgelegd |
Related Words for "schriftuur":
Wiktionary Translations for schriftuur:
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• schriftuur | → document; act; deed; paper; warrant; certificate | ↔ document — écrit qui sert de preuve ou de renseignement. |