Summary
Dutch to English:   more detail...
  1. schuimbekken:


Dutch

Detailed Translations for schuimbekken from Dutch to English

schuimbekken:

schuimbekken verbe (bek schuim, bekt schuim, bekte schuim, bekten schuim, schuimgebekt)

  1. schuimbekken (woedend zijn; kwaad zijn)
  2. schuimbekken (briesen van woede)
    fume and fret; to foam with rage; fume with rage

Conjugations for schuimbekken:

o.t.t.
  1. bek schuim
  2. bekt schuim
  3. bekt schuim
  4. bekken schuim
  5. bekken schuim
  6. bekken schuim
o.v.t.
  1. bekte schuim
  2. bekte schuim
  3. bekte schuim
  4. bekten schuim
  5. bekten schuim
  6. bekten schuim
v.t.t.
  1. heb schuimgebekt
  2. hebt schuimgebekt
  3. heeft schuimgebekt
  4. hebben schuimgebekt
  5. hebben schuimgebekt
  6. hebben schuimgebekt
v.v.t.
  1. had schuimgebekt
  2. had schuimgebekt
  3. had schuimgebekt
  4. hadden schuimgebekt
  5. hadden schuimgebekt
  6. hadden schuimgebekt
o.t.t.t.
  1. zal schuimbekken
  2. zult schuimbekken
  3. zal schuimbekken
  4. zullen schuimbekken
  5. zullen schuimbekken
  6. zullen schuimbekken
o.v.t.t.
  1. zou schuimbekken
  2. zou schuimbekken
  3. zou schuimbekken
  4. zouden schuimbekken
  5. zouden schuimbekken
  6. zouden schuimbekken
en verder
  1. ben schuimgebekt
  2. bent schuimgebekt
  3. is schuimgebekt
  4. zijn schuimgebekt
  5. zijn schuimgebekt
  6. zijn schuimgebekt
diversen
  1. bek schuim!
  2. bekt schuim!
  3. schuimgebekt
  4. schuimbekkend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for schuimbekken:

VerbRelated TranslationsOther Translations
be furious kwaad zijn; schuimbekken; woedend zijn fulmineren; razen; te keer gaan; tekeergaan; tieren
foam with rage briesen van woede; schuimbekken
fume and fret briesen van woede; schuimbekken
fume with rage briesen van woede; schuimbekken