Home ->Dictionaries ->Dutch/English ->Translate sjaaltje

Translate sjaaltje from Dutch to English

Summary

Dutch to English: more detail...

sjaaltje:
- small shawl
sjaal:
- scarf; shawl; tie; wrap; kerchief
Wiktionary:
- sjaal → shawl, headscarf
- sjaal → scarf, shawl, muffler

Dutch

Detailed Translations for sjaaltje from Dutch to English

sjaaltje:

sjaaltje [het ~] nom

het sjaaltje
the small shawl
- small shawl [the ~] nom

Translation Matrix for sjaaltje:

Noun	Related Translations	Other Translations
small shawl	sjaaltje

Related Words for "sjaaltje":

sjaaltjes, sjaal

sjaaltje form of sjaal:

sjaal [de ~ (m)] nom

de sjaal (halsdoek; shawl; das)
the scarf; the shawl; the wrap
- scarf [the ~] nom
- shawl [the ~] nom
- wrap [the ~] nom
the tie
– neckwear consisting of a long narrow piece of material worn (mostly by men) under a collar and tied in knot at the front ¹
- tie [the ~] nom
  - he wore a vest and tie¹
de sjaal (omslagdoek; shawl)
the kerchief; the shawl; the wrap
- kerchief [the ~] nom
- shawl [the ~] nom
- wrap [the ~] nom

Translation Matrix for sjaal:

Noun	Related Translations	Other Translations
kerchief	omslagdoek; shawl; sjaal
scarf	das; halsdoek; shawl; sjaal	bandana; halsdoek
shawl	das; halsdoek; omslagdoek; shawl; sjaal	haardoek; hoofddoek
tie	das; halsdoek; shawl; sjaal	das; handenbinder; handenbindertje; knopen; stropdas
wrap	das; halsdoek; omslagdoek; shawl; sjaal	wrap
Verb	Related Translations	Other Translations
tie		aan elkaar binden; aan elkaar knopen; aaneenbinden; binden; dichtrijgen; dichtsnoeren; in de val laten lopen; knevelen; knopen; rijgen; samenbinden; strikken; vastbinden; vastketenen; vastkluisteren; vastknopen; vastleggen; vastmaken; vastsjorren; verbinden
wrap		bedekken; bemantelen; emballeren; hullen; inhullen; inpakken; inwikkelen; maskeren; omhullen; verhullen; verpakken; versluieren

Related Words for "sjaal":

sjaals, sjaaltje

Related Definitions for "sjaal":

reep stof die je om je nek draagt²
- doe een sjaal om, het is koud buiten!²

Wiktionary Translations for sjaal:

sjaal

noun

een langwerpige lap stof die om de hals gedragen wordt
- sjaal → shawl

sjaal

noun

piece of material worn over the head
- headscarf → sjaal; hoofddoek

Cross Translation:

From	To	Via
• sjaal	→ scarf; shawl; muffler	↔ Schal — langes, schmales Tuch, das man sich um den Hals legt
• sjaal	→ shawl	↔ châle — vêtement féminin consistant en un carré de tissu qu'on mettre sur son dos et ses épaules pour se tenir au chaud.