Summary
Dutch to English:   more detail...
  1. smiechten:
  2. smiecht:
  3. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for smiechten from Dutch to English

smiechten:

smiechten [de ~] nom, pluriel

  1. de smiechten (schoeljes; onbetrouwbare kerels; achterbakse personen)
    the rats; the scamps; the rascals

Translation Matrix for smiechten:

NounRelated TranslationsOther Translations
rascals achterbakse personen; onbetrouwbare kerels; schoeljes; smiechten bengels; boefjes; deugnieten; gladakkers; guiten; jongens; rakkers; schavuiten; vlegels
rats achterbakse personen; onbetrouwbare kerels; schoeljes; smiechten ploerten; ratten
scamps achterbakse personen; onbetrouwbare kerels; schoeljes; smiechten ploerten

Related Words for "smiechten":


smiecht:

smiecht [de ~ (m)] nom

  1. de smiecht (rotzak; smeerlap; schoft; )
    the sly dog; the stinker; the scoundrel; the skunk; the screw; the rascal; the cur
  2. de smiecht (fielt; smeerlap; schoelje; smiek; schoft)
    the rascal; the pariah; the cur; the scoundrel

Translation Matrix for smiecht:

NounRelated TranslationsOther Translations
cur fielt; mispunt; naarling; rotzak; schoelje; schoft; smeerlap; smiecht; smiek; stinkerd hondsvot
pariah fielt; schoelje; schoft; smeerlap; smiecht; smiek paria; uitgestotene; verschoppeling; verstoteling; verworpeling
rascal fielt; mispunt; naarling; rotzak; schoelje; schoft; smeerlap; smiecht; smiek; stinkerd bengel; boef; boefje; deugniet; donderstraal; fielt; guit; jongen; kwajongen; olijkerd; ondeugd; paljas; rakker; rekel; schavuit; schelm; schobbejak; schoffie; schooiers; schurk; sloebers; snaak; spitsboef; stinkerd; stouterd; vlegel; vlerk
scoundrel fielt; mispunt; naarling; rotzak; schoelje; schoft; smeerlap; smiecht; smiek; stinkerd bengel; blaag; boef; boefje; deugniet; eikel; ellendeling; etter; etterbak; fielt; galbak; galgenbrok; galgentronie; hoerenjong; hond; hondsvot; kaffer; klier; klootzak; kreng; kuttenkop; kwajongen; loeder; lul; mispunt; ondeugd; pleurislijder; pleurislijer; ploert; rotvent; schavuit; schelm; schobbejak; schoelje; schoft; schurk; smeerlap; snaak; snertvent; spitsboef; stuk ongeluk; vlegel
screw fielt; mispunt; naarling; rotzak; schoft; smeerlap; smiecht; stinkerd gladakker; oppotter; schroef
skunk fielt; mispunt; naarling; rotzak; schoft; smeerlap; smiecht; stinkerd smeerlap; stinkdier; viezerik; zwijn
sly dog fielt; mispunt; naarling; rotzak; schoft; smeerlap; smiecht; stinkerd slimme vos
stinker fielt; mispunt; naarling; rotzak; schoft; smeerlap; smiecht; stinkerd
VerbRelated TranslationsOther Translations
screw dichtschroeven; geslachtsgemeenschap hebben; neuken; schroeven; vastschroeven; vozen

Related Words for "smiecht":


Wiktionary Translations for smiecht:


Cross Translation:
FromToVia
smiecht pig; scoundrel; rapscallion Halunke(abwertend)