Dutch
Detailed Translations for snaren from Dutch to English
snaren:
Translation Matrix for snaren:
Noun | Related Translations | Other Translations |
strings | snaren | besnaring; besnaringen; bespeler van strijkinstrument; bindgarens; bindtouwen; dikke koorden; draden; koorden; koordjes; lijntjes; snoeren; snoertjes; strijker; touwen; touwtjes |
Related Words for "snaren":
snaren form of snaar:
Translation Matrix for snaar:
Noun | Related Translations | Other Translations |
chord | snaar | afspraak; akkoord; overeenkomst; regeling; schikking |
string | snaar | aaneenschakeling; bindgaren; bindtouwen; draad; garen; keten; reeks; rij; rijgsnoer; serie; sliert; slingervormig ding; tekenreeks |
Verb | Related Translations | Other Translations |
string | dichtrijgen; dichtsnoeren; rijgen; snoeren |