Summary
Dutch to English:   more detail...
  1. snel komen:


Dutch

Detailed Translations for snel komen from Dutch to English

snel komen:

snel komen verbe (kom snel, komt snel, kwam snel, kwamen snel, snel gekomen)

  1. snel komen
    to come fast
    • come fast verbe (comes fast, came fast, coming fast)

Conjugations for snel komen:

o.t.t.
  1. kom snel
  2. komt snel
  3. komt snel
  4. komen snel
  5. komen snel
  6. komen snel
o.v.t.
  1. kwam snel
  2. kwam snel
  3. kwam snel
  4. kwamen snel
  5. kwamen snel
  6. kwamen snel
v.t.t.
  1. ben snel gekomen
  2. bent snel gekomen
  3. is snel gekomen
  4. zijn snel gekomen
  5. zijn snel gekomen
  6. zijn snel gekomen
v.v.t.
  1. was snel gekomen
  2. was snel gekomen
  3. was snel gekomen
  4. waren snel gekomen
  5. waren snel gekomen
  6. waren snel gekomen
o.t.t.t.
  1. zal snel komen
  2. zult snel komen
  3. zal snel komen
  4. zullen snel komen
  5. zullen snel komen
  6. zullen snel komen
o.v.t.t.
  1. zou snel komen
  2. zou snel komen
  3. zou snel komen
  4. zouden snel komen
  5. zouden snel komen
  6. zouden snel komen
diversen
  1. kom snel !
  2. komt snel !
  3. snel gekomen
  4. snel komend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for snel komen:

VerbRelated TranslationsOther Translations
come fast snel komen

Related Translations for snel komen