Dutch

Detailed Translations for stelligheid from Dutch to English

stelligheid:

stelligheid [de ~ (v)] nom

  1. de stelligheid (zekerheid; vastigheid; vastheid; gewisheid)
    the certainty; the consistency; the firmness; the positiveness
  2. de stelligheid (beslistheid; vastberadenheid; pertinentie)
    the decisiveness; the resoluteness; the resolution
  3. de stelligheid (zelfvertrouwen; zelfverzekerdheid; vastberadenheid; zekerheid)
    the self-confidence

Translation Matrix for stelligheid:

NounRelated TranslationsOther Translations
certainty gewisheid; stelligheid; vastheid; vastigheid; zekerheid realiteit; werkelijkheid
consistency gewisheid; stelligheid; vastheid; vastigheid; zekerheid
decisiveness beslistheid; pertinentie; stelligheid; vastberadenheid daadkrachtigheid; gedecideerdheid; vastbeslotenheid
firmness gewisheid; stelligheid; vastheid; vastigheid; zekerheid beslistheid; betrouwbaarheid; degelijkheid; deugdelijkheid; fermheid; hechtheid; kordaatheid; soliditeit; stabiliteit; standvastigheid; stevigheid; vastberadenheid; vastheid
positiveness gewisheid; stelligheid; vastheid; vastigheid; zekerheid
resoluteness beslistheid; pertinentie; stelligheid; vastberadenheid beslistheid; gedecideerdheid; standvastigheid; vastberadenheid; vastbeslotenheid
resolution beslistheid; pertinentie; stelligheid; vastberadenheid antwoord; beslistheid; fermheid; gedecideerdheid; kordaatheid; oplossing; resolutie; standvastigheid; uitkomst; vastberadenheid; vastbeslotenheid
self-confidence stelligheid; vastberadenheid; zekerheid; zelfvertrouwen; zelfverzekerdheid zelfbewustheid; zelfverzekerdheid

Related Words for "stelligheid":


stelligheid form of stellig:


Translation Matrix for stellig:

AdjectiveRelated TranslationsOther Translations
certain absoluut; beslist; ronduit; stellig; zeker absoluut; een paar; enige; enkele; onvoorwaardelijk; pertinent; sommige; ten enenmale; vast en zeker; vaststaand; volstrekt; wat; zeker
positive absoluut; beslist; ronduit; stellig; zeker absoluut; onvoorwaardelijk; pertinent; positief; ten enenmale; vast en zeker; vaststaand; volstrekt; zeker
AdverbRelated TranslationsOther Translations
actually beslist; feitelijk; geheid; gewis; heus; reëel; stellig; vast; vast en zeker; voorzeker; waarachtig; waarlijk; welzeker; zeker daadwerkelijk; eigenlijk; feitelijk; in feite; in werkelijkheid; inderdaad; jawel; jazeker; werkelijk; zowaar
certainly absoluut; beslist; feitelijk; geheid; gewis; heus; reëel; ronduit; stellig; vast; vast en zeker; voorzeker; waarachtig; waarlijk; welzeker; zeker absoluut; inderdaad; jawel; jazeker; onvoorwaardelijk; pertinent; ten enenmale; vast en zeker; vaststaand; volstrekt; waarlijk; zeker
definitely beslist; feitelijk; geheid; gewis; heus; reëel; stellig; vast; vast en zeker; voorzeker; waarachtig; waarlijk; welzeker; zeker absoluut; definitief; inderdaad; jawel; jazeker; onverandelijk; onvoorwaardelijk; permanent; pertinent; ten enenmale; vast en zeker; vaststaand; volstrekt; voorgoed; waarlijk; zeker
factually beslist; feitelijk; geheid; gewis; heus; reëel; stellig; vast; vast en zeker; voorzeker; waarachtig; waarlijk; welzeker; zeker
genuinely beslist; feitelijk; geheid; gewis; heus; reëel; stellig; vast; vast en zeker; voorzeker; waarachtig; waarlijk; welzeker; zeker
indeed beslist; echt; feitelijk; geheid; gewis; heus; reëel; stellig; vast; vast en zeker; voorzeker; waarachtig; waarlijk; wel degelijk; welzeker; zeker 'tuurlijk; allicht; beslist; bijgevolg; daadwerkelijk; dus; echt; effectief; geheid; gewis; heus; jawel; jazeker; logisch; metterdaad; natuurlijk; ongetwijfeld; onontkomelijk; reëel; tja; trouwens; uiteraard; vanzelfsprekend; vast en zeker; voorwaar; voorzeker; waar; waarachtig; waarlijk; warempel; wel; weliswaar; welzeker; werkelijk; zeker; zonder twijfel; à propos
of course absoluut; beslist; ronduit; stellig; zeker 'tuurlijk; allicht; bijgevolg; dus; logisch; natuurlijk; onontkomelijk; uiteraard; vanzelfsprekend; zeker; zonder twijfel
positively absoluut; beslist; ronduit; stellig; zeker jazeker; waarlijk; zeker
really beslist; echt; feitelijk; geheid; gewis; heus; reëel; stellig; vast; vast en zeker; voorzeker; waarachtig; waarlijk; wel degelijk; welzeker; zeker daadwerkelijk; echt; effectief; eigenlijk; feitelijk; heus; in feite; in werkelijkheid; inderdaad; jawel; jazeker; metterdaad; reëel; waar; waarachtig; warempel; werkelijk; zowaar
surely beslist; feitelijk; geheid; gewis; heus; reëel; stellig; vast; vast en zeker; voorzeker; waarachtig; waarlijk; welzeker; zeker
truly beslist; echt; geheid; gewis; heus; reëel; stellig; vast en zeker; voorzeker; waarachtig; waarlijk; wel degelijk; welzeker; zeker echt; heus; inderdaad; jawel; jazeker; voorwaar; werkelijk
truthfully beslist; feitelijk; geheid; gewis; heus; reëel; stellig; vast; vast en zeker; voorzeker; waarachtig; waarlijk; welzeker; zeker
OtherRelated TranslationsOther Translations
certainly ja hoor; natuurlijk!
indeed inderdaad; ja
of course ja hoor; natuurlijk!
ModifierRelated TranslationsOther Translations
sure absoluut; beslist; ronduit; stellig; zeker absoluut; beslist; echt; effectief; geheid; gewis; heus; ja; metterdaad; ongetwijfeld; onvoorwaardelijk; onweerlegbaar; pertinent; reëel; ten enenmale; vast en zeker; vaststaand; volstrekt; voorzeker; waar; waarachtig; waarlijk; warempel; welzeker; werkelijk; zeker
sure and certain absoluut; beslist; ronduit; stellig; zeker
undoubted absoluut; beslist; ronduit; stellig; zeker absoluut; onvoorwaardelijk; pertinent; ten enenmale; vast en zeker; vaststaand; volstrekt; zeker

Related Words for "stellig":

  • stelligheid, stelliger, stelligere, stelligst, stelligste, stellige

Antonyms for "stellig":


Related Definitions for "stellig":

  1. zeker en beslist1
    • dat is een stellige uitspraak1

Wiktionary Translations for stellig:

stellig
adjective
  1. met volle overtuiging en geen ruimte voor twijfel latend

Cross Translation:
FromToVia
stellig certain; sure; safe; harmless; benign; secure; reliable; trustworthy; dependable; faithful; responsible sûrdont on ne douter pas ; certain ; indubitable ; vrai.